king van het geheim dezes behoedmiddels tegen het bederf; ik nam daarvan de volgende proef, die ook volkomen gelukte.
Ik leide op den 24 November 1820 een half dozijn eijeren in eene glazen bokaal, die ik daarop met sterk verzadigd kalkwater aanvulde: op den 8 September 1821 benoemde de Raad van Gezondheid den Heer marc de pariset, om met mij de uitkomst dezer proefneming te onderzoeken. Een dezer eijeren was toevalling gescheurd geweest, zonder evenwel te breken, en dit vonden wij dus geheel verdikt en volkomen gestold, zonder dat het echter eenigen vuilen reuk openbaarde; de overige, daarentegen, waren alle vol, en hadden hunne doorschijnendheid bewaard. Na dezelve in kokend water drie minuten zachtjes gekookt te hebben, bevonden wij dezelve zeer aangenaam van smaak, en dus volkomen goed om te eten.
Dit kalkwater had alzoo deze eijeren, gedurende eenen tijd van negen en eene halve maand, volkomen goed bewaard. Ik geloof, dat men hetzelfde doel almede zou bereiken, door dezelve in eene zwakke oplossing van zoutzuren kalk (muriate de chaux) te leggen. Men maakt althans van dit middel sedert eenigen tijd met een goed gevolg gebruik, om ontleedkundige praeparaten en natuurlijke voorwerpen te bewaren. Hierbij, zegt men, doet de zoutzure kalkaarde denzelfden dienst als de veel kostbaarder wijngeest of moutwijn, of ook als de oplossing van aluin, die zelfs in sommige gevallen die voorwerpen aantast en verteert.
Hiermede zou dus een zeer gemakkelijk middel ter bewaring dezer zoo belangrijke voorwerpen der huishoudkunde gevonden zijn.