Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1822
(1822)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 462]
| |
zig houden, in het werk gesteld, hierin volgende de bereldingswijze van de Fransche Scheikundigen pelletier en caventou, waarvan men een verkort voorschrift vindt bij magendie. (Formulaire pour la préparation et l'emploi de plusieurs nouveaux Médicamens, Paris 1821, pag. 36.) Het is zijn Hooggel. evenwel voorgekomen, dat deze bewerking voor den Apotheker langwijlig en kostbaar is, wegens de groote hoeveelheid Alcohol, welke er vereischt wordt, om al de bittere stof uit de Kina te verkrijgen. Volgens deze manier leverden 32 oncen Cort. Peruv. Fusc. 3 dr. en 2 scr. Cinchonine. Ik was begeerig, om deze bewerking, na afloop der Akademielessen, naar een ander voorschrift te herhalen, waartoe mij dat van henry, over de bereiding van de Quinine, tot handleiding strekte. (Zie Repertorium für die Pharmacie, B. xii, Heft 1, S. 101.) Dubbel zal ik mijne moeite beloond achten, wanneer ik hierdoor mijnen kunstgenooten van eenig nut ben geweest, en nogmaals betuig ik mijnen hooggeachten Leermeester mijnen opregten dank, die mij gelegenheid gaf, om de proeven in het Laboratorium Chemicum der Akademie (waarbij ik, benevens den Heer fortuyn, den dienst als Amanuensis waarneem) te bewerkstelligen, waarvan ik bij dezen eenig verslag geve. | |
Bereiding der Cinchonine.In eene ruime uitdampschaal van Gotha (waarvan wij ons in het Laboratorium met veel vrucht bedienen) bragt ik 120 oncen gezuiverd water, met 1 once Acidum Sulphuricum vermengd, aan de kook, en voegde hierbij 16 oncen Cort. Peruv. Fusc., tot een grof poeder gestooten. Na ¼ uur gekookt te hebben, filtreerde ik het vocht door een' digten linnen doek. De op het filtrum teruggeblevene Kina heeft op nieuw dezelfde bewerking ondergaan, doch nu ½ uur gekookt, is hierna gefiltreerd en uitgeperst. Beide verkregene afkooksels zijn in die zelfde uitdampschaal heet gemaakt, en successivelijk 4 oncen | |
[pagina 463]
| |
Calx viva onder gestadig roeren bij dezelve gevoegd. Na eenige minuten te hebben gekookt, zette zich een graauwachtig bezinksel op den bodem. Ik nam daarop de uitdampschaal van het vuur, en, een weinig bekoeld zijnde, goot ik het bovenstaande vocht af. Het bezinksel heb ik met 50 oncen gezuiverd water afgewasschen, uitgeperst, en op eene badstoof gedroogd. Hierna heeft hetzelve met 50 oncen Alcohol 30o, gedurende 6 uren, eene warme digestie ondergaan, werd, bekoeld zijnde, gefiltreerd, en het teruggeblevene op nieuw aan dezelfde digestie onderworpen. Beide Alcoholische aftreksels zijn, na filtrering en uitpersing, in een' Tubulaat-Retort gedaan, om er den Alcohol af te halen, tot er nog 5 à 6 oncen vocht in den Retort terugbleven. Bekoeld zijnde, vond ik reeds het grootste gedeelte der Cinchonine in den Retort gekristalliseerd, welke, na afgieting van het vocht, met 2 oncen Alcohol werd afgewasschen, waardoor de kristallen, tusschen vloeipapier gedroogd zijnde, volkomen zuiver waren, en een gewigt van 2 dr. en 38 gr. opleverden. Bij eene verdere uitdamping van het afgegotene vocht, verkreeg ik, na bekoeling, ook nog eenige, doch bruin gekleurde kristallen, welke, na afwassching met Alcohol, en gedroogd zijnde, merkelijk zuiverder geworden waren, en een gewigt van 13 gr. opleverden. Zoodat op deze wijze uit 16 oncen bruinen Kinabast bijna 3 dr. Cinchonine door mij verkregen zijn; dus een derde meer, dan naar de eerste bereidingswijze. | |
Bereiding der Sulphas Cinchonin.Onder aanhoudende warmte verzadigde ik 1 dr. van deze Cinchonin. met Acidum Sulphuricum, verdund met 50 deelen water, waardoor nog eenige kleurende deeltjes werden afgezonderd: deze verzadigde oplossing, gefiltreerd zijnde, was lichtgeel gekleurd, en heeft bijna ½ uur met 1 dr. dierlijke kool, onder gestadig roeren, eene warme digestie ondergaan. Na de bekoeling vertoonden zich vliesjes van eene vette gedaante op de oppervlakte van het vocht, welke echter bij de filtrering op het siltrum | |
[pagina 464]
| |
terugbleven. Het vocht was nu geheel ontkleurd, en leverde mij, bij eene zachte uitdamping, fraaije witte kristallen, welke met een weinig gezuiverd water zijn afgewasschen en tusschen vloeipapier gedroogd. Het vocht, waar al de Cinchonine uit gekristalliseerd is, levert, bij eene verdere uitdamping, eene bruine kleverige stoffe, hoedanige ook verkregen wordt bij de uitdamping van den tot afwassching gebezigden Alcohol, en welke een nader onderzoek verdient, vooral in hoe verre dezelve met de Quinine overeenkomt.
a.w. krafft. Groningen, den 6 Julij 1822. |
|