Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1822

[p. 419]

Nadere berigten omtrent de nieuwe inrigting van de zwavelbron en baden te bentheim.
Door E.J. Thomassen a Thuessink.

Heden ontving ik van Bentheim een' brief, welken ik te vergeefs verwacht had, en met welks inhoud ik mijn onlangs medegedeeld berigt nog wenschte aan te vullen.

‘In het badhuis zijn negentien kamers voor koude, warme baden en douches, zoodat men 150 baden daags kan bezorgen. De prijs van ieder bad is 18 st. Holl. en van een douche 27 st. De prijs van eene logeerkamer in dit gebouw is een gulden daags, en in het andere gebouw 24 st. Het middagëten 18 st.’

De Heer Med. Dr. ruhfuss heeft mij nog de volgende gevallen medegedeeld:

‘Huidziekten.

I. Mevrouw B., eene sterke, welgemaakte Dame, 30 jaren oud, leed jaar en dag aan een herpetisch uitslag op beide de armen, van de schouders af tot op de handen en den rug, zoodat zij aan een geweldig jeuken, natte uitvloeijing en korsten veel leed, waartegen alle middelen te vergeefs aangewend waren. Zij gebruikte het bad, dronk het bronwater, en genas volkomen. Bij deze vrouw had eene vermindering der menses ook plaats.

II. J.G. uit Amsterdam, een voor het overige gezonde knaap, leed sedert een jaar aan een ontaard schurftig uitslag over het geheele ligchaam, zoodat het aangezigt zelf niet verschoond bleef, waartegen ook alle uiten inwendige middelen vruchteloos gebezigd waren. Na het gebruik van 9 baden was hij, tot onbegrijpelijke vreugde van zijne moeder, die honderde nachten door het geweldig jeuken met waken had doorgebragt, geheel genezen.

[p. 420]

Jicht en Rheumatismus.

III. De koopman H. uit E. kwam, nadat hij maanden lang aan acute rheumatismus geleden had, aan de bron, zoodat hij naauwelijks honderd schreden gaan kon. Daarbij waren zijne handen en vingers gezwollen en stijf. Nadat hij twee baden genomen had, kon hij reeds eene wandeling van een half uur doen, en in korten tijd was hij volkomen hersteld.

IV. De Heer W.H., koopman uit W., een man van over de 70 jaren, leed sedert langen tijd aan heupjicht, met hevige, soms ondragelijke pijnen. Hij kwam hier, baadde, en genas. Deze werkzame man, die nu weder in staat was zijne bezigheden te verrigten, vervoegde zich bij den Vorst, om Z.H. voor deze weldadige inrigting dank te zeggen.

V. Eene boerin S. uit Oldenzaal, over de 50 jaren oud, jicht aan beide handen, zelfs met knobbels, hebbende, blind aan beide oogen door cataracten, werd eerst, ter voorbereiding, gedurende verscheidene weken, bij eene melkdiëet gehouden. Na de operatie konde zij, ofschoon de pupillen helder waren, in de eerste weken geene voorwerpen onderscheiden, weshalve de geschiktste middelen tegen de jicht gebezigd werden; dan, alles was vergeefs. Ik liet toen, met de melkdiëet, de bron drinken. Na het water 14 dagen gebruikt te hebben, verminderde de gevoeligheid voor het licht (Lichtscheue), en zij kon onduidelijk de voorwerpen zien. Zij gebruikte nog 6 weken dit middel, en zag volkomen. Zij was als nieuwgeboren, en ook vrij van jicht.

Verlammingen.

VI. Mejufvrouw M. van O., 20 jaren oud, werd, na eene heete koorts, van eene verlamming der halve zijde des ligchaams aangetast, waaruit eene geheele verlamming van den linkerarm overbleef. Deze arm, die als een dood ligchaam aan hare zijde hing, werd door het gebruik der zwavelbaden weder volkomen bruikbaar, eer

[p. 421]

een vierendeeljaars verloopen was. Tevens werden de electriciteit, inwrijvingen enz. voortgebruikt, welke reeds te voren zonder nut aangewend waren.

VII. De Heer Luitenant G. in Hollandschen dienst, lam aan handen en voeten, vol pijn en smarten, uitgeteerd, met eene hectische koorts, genas, na een langduriger oponthoud, hier volkomen, zoodat hij, na geëindigden badtijd, volmaakt gezond naar zijn Regement wederkeerde. Over het algemeen had men aan het herstel van dezen dapperen Officier gewanhoopt.

Hectische Koortsen.

VIII. Mejufvrouw T.T. uit Z., 17 jaren oud, lang en mager, klaagde over eene vliegende pijn in de benedenste lendenwervelen en spieren, met zwakheid en congestie in deze deelen, een' wankelenden gang en plaatselijke hitte; de pols was geïrriteerd, zonder klein te zijn, en had van 90 tot 100 slagen in eene minuut. De oorzaak scheen alleen in het systema uterinum plaats te hebben. Men bezigde eene zachte, voedzame diëet; men zocht den geest door aangenaam gezelschap en verstrooijing op te beuren; men gaf bronwater te drinken, en baden van 25-26 gr. Reaum., welke om den 3 of 4den dag werden nagelaten. Reeds na het eerste bad nam de snelheid van den pols af, zoodat die na het 14de bad weder natuurlijk was. Zij beterde dagelijks, en bevindt zich nu volmaakt gezond.

IX. De Heer T. uit Melle, in het Osnabruksche, 18 jaren oud, bleekgeel van aangezigt, levendig van geest, en bij een' goeden eetlust zeer vermagerd, met een' pols van 100-110 slagen, klaagde bijzonder over vage rheumatieke pijnen en matheid. Wijl de pols bij het gaan en schielijk spreken aangezet, de adem kort, en er dus aanleg tot bloedspuwen was, durfde men in de eerste dagen het warme bad niet voorschrijven, maar bepaalde zich bij het voorschrijven van een' leefregel en het drinken van de bron met gelijke deelen zoete melk. Toen ik echter zijnen toestand nader overwoog, en ook de

[p. 422]

prikkelbaarheid verminderende kracht der baden ondervonden had, liet ik hem ook baden. Na eenige baden, gepaard met het inwendig gebruik van een geconcentreerd afkooksel van kina, nam ook van dag tot dag de snelheid van den pols af; zoodat hij, bij eene voedende diëet, weder geheel opleefde, en eene gezondheid genoot, zoo als hij zich niet herinneren kon, beter ondervonden te hebben.’