Reis in Palestina, Syrië en Egypte, gedaan in 1817, door T.R. Joliffe, enz. IIde Deel. Met Platen en eene Kaart. Te Amsterdam, bij G. Portielje. 1822. In gr. 8vo. XII en 307 Bl.
Wij hebben, kortelijk, deze uit het Hoogduitsch gemaakte en met bijvoegselen vermeerderde uitgave, voor zoo ver het eerste deel betreft, vergeleken met de Dordrechtsche, die uit het Engelsch vervaardigd is en slechts uit één deel bestaat. Wat nu het tweede en laatste deel van de Amsterdamsche uitgave belangt, hetwelk wij met den meesten spoed wilden aankondigen, hetzelve heeft ons nog ruim zoo wel bevallen als het eerste. Het is verrijkt met twee niet onbevallige plaatjes, waarvan het eene het graf der Maccabeën verbeeldt, het andere een fraai gezigt geeft van de haven der stad Jaffa, voormaals Joppe genaamd. Zoo is ook achteraan eene kaart van palestina, Syrië en Egypte, eenigzins uitvoeriger dan de kaart van de oostelijke kust der Middellandsche zee bij de andere uitgave, gevoegd.
Dit deel gaat van den 14den brief tot den laatsten, of 31sten; bij ieder' van welke, even als in het eerste deel, de korte inhoud wordt opgegeven. Voorts heeft dit deel niet minder bijvoegsels dan het eerste. Jammer is het, dat dezelve niet overal van het oorspronkelijke werk worden onderscheiden. Zoo vonden wij een niet onbelangrijk bijvoegsel, bl. 4 en 5, over het gebruik der Oostersche vrouwen om hare oogleden zwart te maken; welk gebruik op enkele plaatsen der H.S. wordt toegepast. Niets hiervan staat in de Dordrechtsche uitgave; waaruit wij meenen te moeten opmaken, dat dit een bijvoegsel is van den Hoogduitschen vertaler rosenmuller. Dan, dit is het éénige werk niet, hetwelk de Duitschers, bij het overbrengen in hunne taal, op zeer vele plaatsen veranderen, verkorten of uitbreiden; zoodat het eerder eene omgewerkte uitgave, dan wel eene naauwkeurige vertaling is. Wie dus van dit werk eene vertaling begeert, die het meest met het oorspronkelijke overeenkomt, die koope de Dordrechtsche uitgave; en wien het meer om het nuttige te doen is, voor hem is de Amsterdamsche het meest aanbevelenswaardig. Wij herhalen, ten besluite, den wensch, dat beide drukkers er evenzeer hunne rekening bij mogen vinden.