Schuldbesef, (een Vervolg op Misdaad uit Eergierigheid;) Tooneelspel in vijf Bedrijven, door W.A. Iffland. Te Rotterdam, bij A. May van Vollenhoven. In kl. 8vo. 168 Bl.
Het doet het hart van wijlen den vermaarden Tooneeldichter en Tooneelspeler de grootste eer aan, dat hij verklaart, met gewetensangst de gevoelens, welke door hem (in zijne Tooneelstukken) worden ingeboezemd, de grondregels en denkbeelden, welke door hem opgewekt worden, te hebben behandeld, en de opregtheid dezer verklaring door de uitgave van dit stuk bevestigde. Men had hem berispt, dat hij, in zijne Misdaad uit Eergierigheid, den schuldigen echter gelukkig liet worden. Hij hield in den aanvang deze berisping minder gegrond, daar hij wel het lot van rumberg eene gunstige wending liet nemen, maar daaraan geenszins inwendige rust, gevoel van waarde en echt geluk verbond. Toen hij echter vernam, dat Keizer jozef II, - een Vorst, dien hij als eenen vriend der menschheid kende, wiens verstand zwakheid en ondeugd zoo wèl van elkander wist te scheiden, - na het zien vertoonen van zijn stuk, gezegd had: ‘Ik zou ruhberg zoo toegeeflijk niet behandeld hebben als de Autheur,’ dacht hij verder na, bevond, dat de uitwerking, die zijn stuk had, inderdaad schadelijk konde zijn in de Keizerlijke Staten, en gevoelde zich toen gedrongen tot een Vervolg, waarin de Nemesis, de inwendige kwelling, het zelfverwijt, de ontdekking en schande, den ongelukkigen overal henen jaagt, vervolgt en inhaalt; zoodat niemand aan het wezenlijk ongeluk van den ellendigen ruhberg twijfelen kan.
Dit stuk behoort alzoo, waar het eerste vertoond wordt, nergens teruggehouden te worden. Het is in den bekenden trant en met de bekende talenten van iffland bewerkt, en kan niet nalaten, op aanschouwer en lezer eenen diepen indruk te maken. Het stuk is lang, maar spant tot het einde toe de verwachting; zoodat wij het met grooten lof mogen aanmelden.