opgeven, hebben echter weinig nut, en met de kunstjes, die men hier de kleinen met bloemen en planten leeren wil, zullen zij, zonder nader onderrigt, moeijelijk te regt raken; terwijl zelfs de plaatjes hen, die deze aardigheden niet reeds vroeger verstonden, en de kinderen willen helpen, niet genoegzaam inlichten. Wij loopen dus niet hoog met het wijd uiteen gedrukte en dus vrij kostbare boekje, in hetwelk wij daarenboven nog op eene en andere misstelling en meer dan ééne drukfout gestooten hebben. Onder de eerste tellen wij het berigt, dat de bladen van de dolle kervel eenen reuk als pieterselie hebben; en onder de laatste de opmerking, dat, ofschoon de koffij zeer verhittend is, zij nogtans door het dagelijksche gebruik minder onschadelijk wordt. De fabel nopens den bohon-upas op Java wordt hier in al derzelver kleuren als waarheid verhaald. Het eiland der monsters, eene toovergeschiedenis, is van geheel het werkje het aardigste. De monsters zijn onze gewassen en dieren, zoo als zij zich aan ons zouden voordoen, indien ons oog dezelve even als een goed Microskoop vergrootte.