melijk van de Kapel van het H. Graf, van den Olijfberg, een plan van Jeruzalem, het gezigt der Piramiden, en eene afbeelding van de Sphinx. - De Amsterdamsche uitgaaf bestaat uit twee deelen, waarvan wij het eerste voor ons hebben liggen, het tweede op de pers is en spoedig volgen zal. Het eerste deel heeft maar ééne plaat, van den berg Thabor. Bij deze uit het Hoogduitsche gemaakte vertaling zijn niet alleen aanmerkingen, maar ook bijvoegsels van den Heer rosenmuller, en deze laatste bestaan uit berigten van eenige reizigers, die kort vóór of na den Schrijver Palestina bezocht hebben; waardoor die vertaling een' niet onbeduidenden voorrang bekomen heeft. Ook heeft dezelve eene uitvoerige en lezenswaardige voorrede van den Hoogduitschen Vertaler, en bij iederen brief wordt deszelfs inhoud kortelijk opgegeven. Daarentegen zijn op sommige plaatsen door denzelven
eenige uitlatingen en verkortingen geschied, welke echter, zoo verre wij uit de vergelijking van beide vertalingen hebben kunnen nagaan, niet hinderlijk noch van groot belang zijn. Voorts moeten wij bekennen, dat de Dordrechtsche niet alleen fraaijer van druk, maar ook vloeijender van stijl is; zoodat zij zich ruim zoo aangenaam laat lezen. Beide de uitgaven van eene reis, zeer belangrijk op zichzelve en allernuttigst voor de Schriftverklaarders, hebben dus veel, waardoor zij zich afzonderlijk aanbevelen; zoodat wij hopen, dat de drukkers van beide er hunne rekening bij zullen vinden. Maar waarom, vragen wij, dit werk niet onmiddellijk uit het oorspronkelijke (het Engelsch), in stede van uit het Fransch en Hoogduitsch, (en dus beide vertalingen van vertalingen) overgebragt?