zegd; hetwelk men echter in ons Holland wel gaarne eens zou hebben gelezen, en waarbij wij dan zelf hadden kunnen oordeelen, of inderdaad de dappere Fransche soldaten op de zwaarste wijze door de schrijfster gehoond werden, en de gansche natie als een voorwerp van afgrijzen beschreven, dan of misschien, ja, wel de Engelsche Miss door een wat donker glas, maar daarentegen de Fransche Heer of Dame door een nog meer bedriegelijk vergrootglas die natie en derzelver soldaten beschouwd had.
Wij zijn in twijfel, of de Fransche vertaling van eenen Heer of van eene Dame is; de onderteekening luidt: de vertaler; maar, een regel of wat vóór die onderteekening, spreekt hij, of zij, van de ijdelheid, welke men zegt de onafscheidelijke gezellinne mijner kunne te wezen. Het dubieuze van deze kunne is dan tevens bewijs van de naauwkeurigheid, scilicet! dezer Nederduitsche vertolking.
Ten aanzien van den inhoud des werks kunnen wij gunstig berigten. Men leest hetzelve steeds met belangstelling en wezenlijk genoegen. Twee waardige broeders beminnen elkander broederlijk; de oudste behartigt de vorming en het genoegen van den jongeren op de edelmoedigste wijze, en met groote, aanhoudende opoffering. Beiden zijn waardige menschen; - de uitspattingen van den jongsten zijn van korten duur, en worden spoedig en volkomen hersteld. Beide de broeders zijn wezenlijk menschenvrienden en helden. Beiden eriangen eindelijk rijkdommen en eer, en regt engelachtige vrouwtjes. Meer willen wij niet aangeven, om den lezer het genoegen niet te verminderen. Hoezeer de stijl door twee vertalingen natuurlijk veel moet geleden hebben, herkent men toch doorgaans de meesterlijke pen der Engelsche schrijfster.