Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1822
(1822)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 359]
| |
wij het wèl onthouden hebben, van den braven sailer, ook Isidoor, immers de Boer van Ried, genoemd, dat wij reeds ettelijke jaren geleden met genoegen lazen, en toen gunstig hebben aangemeld. Wij verwachtten nu iets van gelijken aard, van denzelfden schrijver, immers in denzelfden geest; wij vonden ons echter bedrogen, want alleen den naam heeft dit boekje met het vroegere gemeen. De landman, wiens gelijkenissen men ons hier aanbiedt, is wel wezenlijk braaf; hij hield reeds daarom veel van den Heer Jezus, omdat deze van het landleven, van zaaijen en oogsten, en van vele den boer omringende voorwerpen, dikwijls zijne verhalen ontleende. De lieve Jezus heeft ook van ons en onzen arbeid gesproken, zeide hij meermalen. Hij hield daarom ook veel van het maken van zoodanige vergelijkingen; en, daar hij tot opzettelijk onderrigt niet veel tijd had, sprak hij veel op die wijze tot de zijnen onder den arbeid, aan tafel, enz. Meer dan honderd stalen daarvan bevat dit boekje; dezelve zijn alle goed gemeend, en hebben eene goede zedelijke en godsdienstige strekking; sommige zijn juist; maar er zijn er ook eenige onder, die niet veel meer dan de goede meening hebben, om zich aan te prijzen. Wij hadden het boekje onvertaald gelaten. De maan keert de aarde altijd slechts éénen kant toe; zoo moeten wij ons ook niet geheel aan de aarde en hare goederen hechten. - De takjes van dien boom staan alle naar boven, en wassen omhoog; zoo moeten wij ook altijd naar het betere en naar God trachten. - Leert van de hen, die de vreemde eijeren uitbroedt, even als waren het hare eigene, alle menschen zonder onderscheid te beminnen, enz. Deze en soortgelijke inkleeding van bekende lessen behoeft men waarlijk voor ons niet uit Duitschland te ontbieden! Ook de betere, meer eigenaardige, die wij in dit boekje aantreffen, schrijft een landgenoot, zonder veel inspanning, gemakkelijk, en geheel uit zijn eigen brein, indien hij maar zeker is, dat men hem den tijd en den uitgever de kosten vergoeden wil. Uitheem- | |
[pagina 360]
| |
sche waar moet voortreffelijk zijn, of men moet ze niet aanvoeren op onze, buitendien daarmede reeds overladene, markten. |
|