Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1822
(1822)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijHet Klooster van Vallombrosa, door Ludwig von Backzko. Uit het Hoogduitsch. II Deelen. Te Rotterdam, bij J. Hendriksen. In gr. 8vo. Te zamen 382 Bl.Een Fransch Generaal, edelmoedig, dapper en gevoelig, vond dit klooster en deszelfs omtrek voor het plan zijner krijgskundige verrigtingen uitnemend geschikt; en ingenomen tegen alles, wat klooster en monnik is, deed hij vooraf zich reeds te goed op de ellende en het gejammer der geestelijken. Dan, al aanstonds hadden hem de bedaardheid en vriendelijkheid der eerwaardige vaders, en het wezenlijk eerwaardige en nuttige hunner stichting, volkomen ontwapend, zoodat niet alleen het klooster verschoond word en in stand bleef, | |
[pagina 306]
| |
en de Abt en de overige bewoners zijne vrienden werden, maar hij ook daar zijne grafplaats bestelde, bijaldien hij mogt sneuvelen in den krijg, of een veilig verblijf voor zijnen vermoeiden ouderdom, bijaldien zijn leven gerekt werd. De stichting van dit klooster door denzelfden toen nog levenden Abt, en de treffende levensgeschiedenis van dezen man, beslaat een goed deel van dit verhaal, en is juist geschikt om den afkeer tegen kloosterlijke inrigtingen weg te nemen, en het hart te openen voor den godsdienstigen eerbied voor zul ke eerwaardige mannen en hunne heilige menschlievende stichtingen. Waren de kloosters zoodanig geweest, wij zouden een ieder, die dezelve verstoorde of verder nog wilde verstoren, verfoeijen. Dit klooster zal intusschen wel op de vele andere eene vereerende uitzondering geweest zijn! - De Generaal bezocht nog een- en andermaal deze zijne geestelijke vrienden, kwam in den slag van Marengo om, en werd in dit klooster begraven. Na eenigen tijd bezocht een zijner Neven zijn graf, het éénige van dit heiligdom, hetwelk de Fransche woede had ontzien; de broeders waren verdreven; het klooster was geworden - een Lazaret, een magzijn, een tolkantoor, en wat niet al meer! de tuinen verwoest, het kerkhos eene exercitieplaats, enz. enz. Nu - men kan het boekje met genoegen lezen; het wekt belang, en is hier en daar vol goede denkbeelden en roerend. Eeniglijk waarschuwen wij den lezer, zich niet te laten blinddoeken door het verhaal, maar het wezenlijke van het heilige kloosterleven wèl te onderscheiden van zoodanige verziering, en steeds op zijne hoede te zijn tegen den smaak voor verzinnelijking in den Godsdienst, dien men zoo gaarne en op allerlei wijzen zoekt in te boezemen, en waardoor men ons gevaar zou doen loopen, wederom de schil te kiezen voor de kern van de noot. - Het gezegde geldt het eerste deel; in het tweede ontmoeten wij denzelfden Neef van den Generaal, die een' der verdrevene broeders ontmoet, en van dezen zijne levensgeschiedenis verneemt, en hoe hij tot het klooster kwam. Eene geschiedenis, die avontuurlijk genoeg is, en ons te minder beviel, omdat er een edelmoedig en godvruchtig moordenaar en roover in voorkomt, en eene verdraagzaamheid, den monniken in de werkelijke wereld doorgaans vreemd, alsmede een en ander godsdienstig denkbeeld, voor 't minst zoor vatbaar voor misduiding. - Wij kunnen niet zeggen, | |
[pagina 307]
| |
dat de uitgave zeer correct is, noch van druk- of schrijffouten genoegzaam gezuiverd.Ga naar voetnoot(*) |
|