meest geschikt zijn, om den mensch zijn' verheven' aanleg te doen gevoelen, hem zijne aardsche loopbaan met moed te doen betreden, en hem aan zijne gewigtige pligten steeds te doen beantwoorden, behoort, voorzeker, in de eerste plaats, de allerbelangrijkste leer van een nieuw leven, tot hetwelk wij hopen uit den dood te zullen opgewekt worden. Het is niet de afgetrokkene en voor den zinnelijken mensch min bevattelijke leer van de onsterfelijkheid der ziel, van eene verplaatsing in de wereld der geesten; maar eene leer, volkomen overeenstemmende met de zamengestelde natuur des menschen, en met deszelfs ware behoeften. Deze leer moge door sommigen verkeerd worden voorgedragen, en wat al te zinnelijk voorgesteld; door anderen moge zij, veelal uit hoofde van die verkeerde voordragt, bestreden worden, vermits, door den gedurigen omloop van de stoffelijke bestanddeelen der menschelijke ligchamen, ieder mensch onmogelijk zijn geheel ligchaam weder kan verwachten: soortgelijke zwarigheid treft de voordragt van den diepdenkenden Apostel niet, die het toekomstig ligchaam, als voortspruitende uit eene verborgene kiem, beschrijft, die niets heeft van al wat tot verrotting overgaat, en uit welke een onverderfelijk ligchaam zal voortkomen. Deze zoo schoone en zoo aannemelijke leer wordt, in het XVde Hoofdstuk van den eersten Brief aan de Corinthers, zoo duchtig bewezen, zoo krachtig verdedigd, zoo heerlijk ontwikkeld, en zoo opbeurend en aanmoedigend aangewend, dat het, in onze dagen, wel der moeite waardig was, om, tot leering en stichting der Christenen, dat Hoofdstuk te bewerken. Of, echter, de Eerw. mebius genoegzaam berekend was, om zoodanig werk, overeenkomstig de behoefte onzer dagen, te leveren, zouden wij, de geheele inrigting van dit zijn onderhavig boek in aanmerking nemende, eenigzins kunnen betwijfelen. Maar de man heeft de beste oogmerken gehad, en geleverd, wat hij kon: en wij twijfelen niet, of velen zullen door dit zijn boek
geleerd en gesticht worden. Intusschen zijn wij bij onszelven overtuigd, dat hij nog meer nut zou heb-