Aartshertog karel van Oostenrijk, wien zij zoo goed als reeds haar woord gegeven had, en naderhand de Hertog van Alençon of Anjou, Broeder des Konings van Frankrijk. Hare gunstelingen als Vrouw waren, de bekende onwaardige leicester, en daarna essex; als Vrouw, zeg ik, want als Koningin had zij verstands genoeg, de kunde en eerlijkheid van cecil van burleigh te waarde. Ook hier vindt men overvloedige bevestiging der vrouwelijke ijdelheid, die de anders zoo verstandige elizabeth kenschetste: haar, ook van elders bekende, gesprek met melvil, Afgezant van maria, waarin zij als eene meer bespottelijke dan doortrapte Coquette voorkomt, wordt ook hier vermeld; alsmede de anders onbekende bijzonderheid, dat er eene Proclamatie was uitgevaardigd, dat niemand, behalve zeker daartoe aangesteld Schilder, zich zou hebben te verstouten, Harer Majesteits gedaante, schoonheid en bevalligheid in gebrekkige afbeeldingen ten toon te stellen, (bl. 222.) Deze trek is uit haren vroegeren leeftijd niet te verklaren; maar wel hare doortrapte geveinsdheid, waartoe zij gedurende het leven van haren ergdenkenden Vader, onder de woelingen der partijen aan het Hof van haar' Broeder, en vooral onder de hatelijke, wantrouwige Regering harer Zuster, zoo zeer genoodzaakt was, dat zij daarvan de hebbelijkheid schijnt te hebben verkregen, even als van de Rcomsche kerkplegtigheden, waaraan zij slechts een' tijdlang, onder haren Broeder eduard VI, ontwend was. Elizabeth's wakkerheid, omzigtigheid, standvastigheid en kloekmoedigheid in de Regering had zij zekerlijk in de bittere, maar heilzame school des ongeluks geleerd. Haar
huwelijkshaat was misschien ook een gevolg harer eerste jeugdige liefde. Als een meisje van 15 jaren schijnt zij den Admiraal seymour bemind te hebben. Deze verloor zijn hoofd op een schavot. Daarop versmaadde de beminnelijke Graaf van Devonshire (courteney) om harentwil den troon van Engeland met maria, om met elizabeth gevaar en gevangenis te deelen. Ook tegen de beantwoording aan deze liefde verzette zich het noodlot. Is het te verwonderen, dat elizabeth, dus in de liefste neigingen van haar hart gedwarsboomd, die vereeniging begon te haten, zoo wel voor zichzelve als voor anderen, waarvan zij het zoet nimmer had mogen smaken? Gewis kon een leicester het hart niet voldoen, dat eens een' devonshire bemind had; en wij vreezen, dat deze liesde