P. van Limburg Brouwer, Commentatio de ratione caet. (Verhandeling over de wijze, waarop Sophocles zich bediend heeft van der Ouden denkbeelden over het bestuur en de regtvaardigheid der Goden, om zijne Treurspelen voor den lezer belangrijker te maken.) Lugd. Bat. 8vo. pp. 169. f 1-16-:
Het is eene zeer moeijelijke vraag: wat was het Noodlot bij de Ouden? want men vindt, in de geschriften van hunne Dichters voornamelijk, de woorden lot, noodlot, fortuin, Godenbestuur, regtvaardigheid, en wat dies meer zij, zoo door elkander gebruikt, dat het niet gemakkelijk is, juist te bepalen, wat zij door een en ander verstaan hebben. Intusschen heeft de Heer m. stuart, in het tweede deel van de Gedenkschriften der derde klasse des Kon. Nederl. Instituuts, deze vraag uitstekend beantwoord. Dat de Heer limburg brouwer ook veel over dat onderwerp zeggen moest, laat zich reeds uit het lezen van den titel zijns geschrifts begrijpen. Na eene uitgebreide inleiding, verdeelt de Schrijver zijn onderwerp in Hoofdst. I. over het doel van het Treurspel bij de Grieken, en de wijze, waarop zij op de menschelijke hartstogten werkten; II. over de denkbeelden der Grieken, aangaande het bestuur en de regtvaardigheid der Goden. Dit alles vrij wel beschreven hebbende, besteedt de Schrijver vervolgens aan ieder der zeven Sophocleïsche Treurspelen een afzonderlijk Hoofdstuk, en onderzoekt, welk gebruik Sophocles van de bovengenoemde denkbeelden gemaakt hebbe. Het geheele stuk is met oordeel zamengesteld; en menig jongeling, een of ander Treurspel van dien Atheenschen puikdichter willende lezen, zal zich er wèl bij bevinden, om zich eerst met den geest van hetzelve uit een dezer Hoofdstukken bekend te maken.