Broodboden des doods
Vóór eenige jaren kwamen de inwoners van Reading, in Engeland, door zekere beduidingsvolle voorteekenen, welke op het brood ingedrukt waren, in groote bezorgdheid. Eene oude Dame zag zeer duidelijk onder aan een mastelein de omtrekken van een doodshoofd met kruiswijze beenderen, en verschrikte dermate van deze, haar als een' onfeilbaren bode des doods aangrijnzende, figuur, dat zij er ziek van werd. Eene andere vrouw, in den bloei des levens, las, even duidelijk, op een lang brood de woorden: Obiit 20 Septembris, en besloot daaruit, dat het Noodlot haar op deze wijze haren sterfdag aankondigde. Op het roggebrood van eene derde stond, met groote letteren, het woord: Resurgam, hetgene een gebuur, die een mondvol kramerlatijn verstond, en aan niets bovennatuurlijks geloofde, voor een onschuldig devies des bakkers hield, om daarmede zijnen wensch, dat het brood mogt opslaan, aan te duiden. Intusschen brak men zich in het gansche oord het hoofd, om de oorzaak dezer wondervolle verschijningen uit te vinden. Ten laatste werd het raadsel op eene zeer natuurlijke, hoezeer ook den bakker niet zeer vereerende, wijze opgelost. Bij eenige op het kerkhof van St. Gills gemaakte veranderingen, namelijk, waren eenige effene grafsteenen overbodig geworden; terwijl de personen, wier graven zij bedekten, hunne enge kluis reeds sinds zoo lang bewoonden, dat er geene verwanten of vrienden meer bestonden, die hen bij het bezit van hun jongste regt, het steenen hic jacet, konden handhaven, door liefde of pligt eenmaal hunner nagedachtenisse toegewijd. Nu ge-