verhaal der ziekte van eene vrouw met eene verouderdé en zeer sterk vastgegroeide dijebrenk, door j.w. callenfels; nasporingen, betreffende de Egyptische oogontsteking, door r. chamseru, en waarneming van eene beklemde, tot verettering overgegane en door de natuur genezene breuk, door n. grootendorst. De gemelde nasporingen, welke in het vierde stuk vervolgd en nog niet ten einde gebragt worden, bewaren wij voor eene volgende gelegenheid. De beide, hier medegedeelde, welgeschrevene en lezenswaardige waarnemingen zijn bewijzen van hetgene de natuur, onder eene verstandige leiding der kunst, vermag, en de eerste toont ons tevens, hoe noodzakelijk het, van de eene zijde, is, den geneesheer geheel met den toestand des lijders bekend te maken, en, van den anderen kant, in alle eenigzins ernstige ziekten, althans zoo de eerste wegen aangedaan zijn, den onderbuik opzettelijk te onderzoeken. Daar er ondertusschen meer dergelijke gevallen in de geschiedenis der kunst bekend zijn, is het hier de plaats niet, er een nader verslag van te geven. Het vierde stuk begint met het vervolg der proeve eener syphylidologische Theorie (afgebroken in het derde stuk van het vierde deel) van Dr. n. van lier, en bewijst ons, dat de schrijver geene wassen vleugelen heeft, welke hufeland hem toekent, die stoute hypothesen vormen. Wij kunnen niet zeggen, dat wij hier duidelijker ontwikkeld of bondiger bewezen vonden, wat zoo velen reeds voorlang hebben beweerd, dat, namelijk, de zitplaats dezer ziekte vooral het watervaatgestel is, en dat er de reproductie bijzonder door lijdt. De proeve draagt blijken van veel belezenheid, ook daarin, dat zij overloeit van Grieksche en Latijnsche, half-Latijnsche en
half-Fransche woorden, en ziet er, daar men zorg gedragen heeft, wat geen Neêrduitsch was, cursys te laten drukken, op het oog, al vrij bont uit. De twee overige bijdragen, in dit stuk voorkomende, zijn zeer belangrijk. De eerste behelst eene waarneming van de gevolgen eens beets door eene soort van ratelslang, welke ook kortelijk beschreven wordt.