Verhalen uit de Groote Wereld. Naar het Engelsch van Miss Edgeworth. Te Groningen, bij W. Wouters. 1820. In gr. 8vo. 282 Bl. f 2-4-:
Wij wenschen deze verhalen vele nadenkende lezers en getrouwe behartiging in dien kring, voor welken zij bijzonder bestemd zijn; en hoezeer wij ons opregt verblijden, te kunnen verklaren, dat dit tegengift nog geene zoo hoognoodzakelijke behoefte is in ons land, als in Engeland en andere ons vreemde rijken, zoo is toch het voorbeeld besmettelijk, de groote wereld zich in verscheidene trekken in alle landen gelijk, en gelukkig zijn zij voorzeker, die in zoodanig eenen spiegel kunnen zien, zonder te moeten blozen voor hunne eigene beeldtenis, en die zich laten waarschuwen, en de waarschuwing behartigen, eer het te laat is. Almeria, eene rijke erfgename uit den minderen stand, had goeden aanleg, voortreffelijke vrienden, de beste uitzigten, en had haar geluk inderdaad nagenoeg in hare handen. Dan, helaas! zij liet zich verlokken door bedorvene grooten; hare ijdelheid sleepte haar weg; hare zedelijke waarde daalde; zij koos en verkreeg den schijn voor het wezen; zij had de beste vrienden verlaten; zij had vrienden uit de groote wereld gekozen; zij leefde dan ook in de groote wereld, en de kuische oude vrijster (want dit bleef zij inderdaad) is het sprekend voorbeeld, hoe de wereld hare veteranen beloont - eene jeugd vol dwaasheid, en oud, slaven van het spel.
De Schuldeischer, het derde verhaal, is geene minder treffende waarschuwing. De ligtzinnige man naar de wereld, die hier optreedt, bewerkt door zijn ligtzinnig verteren, en het spotten met het regt en den drang zijner schuldeischers, de gevangenis en namelooze ellende van een waardig huisgezin; en de edele dochter van den onderdrukten had zich bijna over gegeven, om hare ouders te redden, tot een slagtosser van zijnen wellust. Zij kenden hem niet, noch hij haar. Bij het ontwaken van haar zedelijk gevoel, dat voor de misdaad terugbeeft, leert hij haar kennen, en zichzelven als de schuldige oorzaak van hare radeloosheid en nabijzijnden val; nu ontwaakt zijn geweten, en, God zij geloofd! hij herstelt, wat te herstellen was, en wordt nu zelf eerst regt onafhankelijk.