Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1820(1820)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende In het album van eene fiere en zeer ongevoelige schoone. Ja, waarlijk! de eernaam van albast Wel voor uw' schoonen boezem past; Ja! wel uw lippen van robijn, Uwe oogen gitkoralen zijn; Uw haar aan louter goud gelijkt, En voor geen zijde in zachtheid wijkt; Uw hals als blanke marmersteen, En arm en voet van elpenbeen; Uw hart een kostbre diamant, Bestand zelfs voor den heetsten brand: - Vandaar, dat gij wel schoon in schijn, Maar zonder 't minst gevoel moet zijn; Vandaar, dat niets dat harte treft, Welks trots zich immer stout verheft, En, slechts op wuft vermaak bedacht, Den trouwsten minnaar fier veracht; Vandaar, dat elk, hoe goed, hoe mild, Op u vergeefs zijn pijlen spilt. P. Vorige Volgende