In het praktische gedeelte dezer verhandeling bepaalt zich de Heer hoijer bijzonderlijk tot de meest gebruikelijke middelen, vooral tot de plaatselijke bloedontlastingen en het kwik, en roemt vooral het laatste.
Het sulphuretum calcis, zoo sterk aangeprezen, maar zoo weinig aan het oogmerk voldoende, wordt niet aan de hand gedaan, mogelijk wegens het geringe nut van dit middel.
Wij kunnen niet ontveinzen, dat wij van den schrijver verwacht hadden, dat hij met meer lof van de dampbaden, fumigatiën en andere plaatselijke heilzame middelen gesproken zoude hebben; doch de geheele verhandeling draagt de kenmerken, van met eenige overhaasting vervaardigd te zijn, waaraan wij ook de vele taal- en drukfouten toeschrijven.