en bedoeling van het Avondmaal, uit verschillende oogpunten; - de hooge waarde, belang en nut van hetzelve, (hier ontvangen wij niet minder dan zeventien verschillende bijzonderheden;) - de verpligting der Christenen, om het Avondmaal te houden, (op zeven onderscheidene wijzen aangedrongen;) - en eindelijk: over de regte viering van het Avondmaal, (nog dertien mede van elkander verschillende overdenkingen.) Het tweede Hoofdstuk geeft schetsen van Leerredenen, en hoofddenkbeelden van Verhandelingen en Overdenkingen over het Avondmaal, die in onze taal voorhanden zijn; dezelve zijn twee en twintig in getal. Het derde geeft teksten op, die geschikte stof tot Avondmaalsleerredenen opleveren; natuurlijk kunnen deze alle niet regtstreeks van het Avondmaal handelen, maar alle zijn welgekozen en toepasselijk. Eerst vinden wij teksten, die tot elkander in verband staan; dat zegt, dat dezelve geschikt zijn, om bij voorbereiding, bediening en nabetrachting, bij vervolg, behandeld te worden; dan volgen de zoodanige, die meer op zich zelve staan, en slechts tot ééne dezer leerredenen kunnen gebruikt worden. Hierop volgt eene aanwijzing, hoe sommige teksten nuttig gebruikt kunnen worden, eerst uit uitgegevene geschriften, en vervolgens uit door den Schrijver gehoorde, of hem door vrienden medegedeelde, of door hem zelven gestelde leerredenen. Het vierde Hoofdstuk zegt een enkel woord over de aanspraken aan de Nachtmaalstafel, en geeft daarvan eenige voorbeelden. Eindelijk wordt eene opgave van schriften, welke men over het Avondmaal kan raadplegen, een vijfde Hoofdstuk genoemd. Het spreekt van zelf, dat deze lijst niet volledig is, en wij hebben er ongaarne, o.a., eenen hermes gemist.
Voor het overige hebben wij, bij het deels naauwkeurig lezen, deels enkel doorbladeren van dit Handboek, geene redenen gevonden, die ons het gebruik van hetzelve zouden doen ontraden aan zoodanige jonge of ook oudere Leeraars, die omtrent de keuze en be-