Nuttige uitvinding voor hongerige schrijvers.
Zekere Heer bareta, in Frankrijk, eigenaar eener Papierfabrijk, heeft eene nieuwe eigenschap der Aardappelen ontdekt. Hij vervaardigt, namelijk, uit derzelver gezuiverd merg een sterk pakpapier, en meent het ook tot schrijfpapier te kunnen bereiden. Wanneer hij het daarheen konde brengen, het Aardappel-papier eetbaar te maken, zoo konden onze Archiven tevens Noodmagazijnen worden voor dure tijden, en de Leipziger Mis de grootste spijsmarkt van Europa. Maar wee den letterkundigen roem! want menig Dichter konde in verzoeking gebragt worden, zijne eigene werken op te eten. De Boekhandelaars, echter, waren geborgen: immers geen werk werd tot scheurpapier verbruikt. Onze Recensenten konden alsdan zeggen: Dat boek deugt niets, maar het smaakt goed. Het ware ongetwijfeld de zeldzaamste Omwenteling, die de wereld immer konde opleveren. Ten goede of ten kwade? Wie kan dat a priori bij Omwentelingen bepalen?