Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1819

De Bremer Neef, Blijspel in één Bedrijf. Naar het Hoogduitsch van Theodor Körner. Te Groningen, bij W. van Boekeren. 1819. In kl. 8vo. 32 Bl. f :-8:

Eene onschuldige grap, maar, in de vertaling voor het minst, niet grappig noch luimig genoeg voorgesteld. Frans mint Grietje, en Grietje mint Frans; maar de vader van Grietje heeft zich de gril in het hoofd gezet, dat zijne dochter eenen schoolmeester huwen moet. Hij ontbiedt dan een' verren, hem onbekenden, neef uit Bremen, wien hij Grietje belooft. De neef wordt verwacht; dan, vader krijgt toch medelijden met Grietje, maar wil haar evenwel beproe-

[p. 624]

ven, of zij Frans wel regt genegen is. Hij vermomt zich als schoolmeester en neef; zoo vindt hem Frans, die zich mede, met Grietje's overleg, als schoolmeester en neef vermomd had, bij het meisje. Die ontmoeting geeft geene geringe verlegenheid. Het slimme meisje had inmiddels den vader herkend, verkleedt zich mede als schoolmeester, en, na een weinig geplaag, ontdoet zij zich van hare vermomming, ontmaskert vader en bruidegom, en met de belofte, dat de eerste zoon uit het huwelijk schoolmeester worden zal, heeft de klucht een gelukkig einde.