wordt, dan de gansche keten der zalïgheid. Dan, wij zijn gematigd en regtzinnig verdraagzaam genoeg, om van het boekje geene andere en uitvoeriger proeven te geven; mits de Schrijver van ons ook niet verge, dat wij de lezing herhalen, ofschoon hij het ons ten geschenke zond. Wij hebben het reeds ter plaatse nedergelegd, waar het ons eeniglijk dienen kan!