Aan den Waalschen Kerk leeraar A.L.C. Coquerel. Te Amsterdam, bij H. van Munster en Zoon. April 1819. In gr. 8vo. 8 Bl. f :-5-8
Eene ongehoorde sottise, eene ergerlijke profanéring, eene schandelijke persiflage - één van deze, of welligt alle drie. Bewijs?
‘Wie spreekt als Gij, Demosthenes!
Wie leeraart als Gij, Socrates!
Wien hoort men in U, Cicero!......
Aäron, Jesse's zoon, en diens zoon Salomo,
Profeten- en aposte schaar,
Met Nazareth's-profeet, der Kristnen Hoofd, te gaêr.’