terwijl de mindere volksklasse zich doorgaans op de plaats tegenover het gebouw zelf ter aarde werpt, ter verrigtinge van den Eerdienst.
Het Keizerlijk Paleis zelf is even prachtig en uitgebreid, bevattende, zoo men wil, 19,000 zielen, waaronder dan ook het Vrouwentimmer (Harem), ten getale van omtrent 4000 der schoonste vrouwen uit Cashmir en Circassië, waarvan de Keizer voor zichzelf 300, en de overige Prinsen van den bloede ieder 150 houden; terwijl de andere helft uit oude en zwakke Suitaninnen en derzelver afstammelingen bestaat. Behalve dit Vrouwentimmer, dat door eene vergulde poort zorgvuldig afgesloten is en gestreng bewaakt wordt, is de toegang tot het Paleis, althans voor vreemdelingen, geoorloofd. Van alle de menigvuldige en trotsche zalen munt echter die uit, welke Dewan Khoss heet, alwaar de Keizer zijnen Durbar houdt, of gehoor verleent, zijnde geheel van schoon, wit marmer. Nog doen zich overal de sporen op van het voormalig goud en de edelgesteenten, waarmede de wanden voormaals pronkten; doch die door de Mahratten geroofd zijn, hebbende zij alleen de slechtste overgelaten. De Tuinen en Baden, tot het Paleis behoorende, zijn alle even prachtig aangelegd.
Uitnemend prachtig zijn de ontzettende bouwvallen, de een treurig beeld van voormalige grootheid leveren. De merkwaardigste zijn de oude Vesting, thans deerlijk vervallen, en de Graven van hamaioon, suftur jung en nizamud deen, vrij wel onderhouden, waarvan het eerste, van buiten met zwart en van binnen met wit marmer versierd, de begraafplaats uitmaakt van alle de afstammelingen uit Koninklijken bloede. Het tweede, voor den Neef van saadut rhan, den grondlegger van den tegenwoordigen stam der Nuwuabs, is minder prachtig. Het derde, daarentegen, is wel klein, maar luisterrijk door zijn voortreffelijk wit marmer, dat het gansche voorhof versiert, en waaruit men met drie trappen in de zaal komt, alwaar het lijk van nizam rust. Boven hetzelve is een marmeren gedenkteeken, waarover zich een verhemelte van zijden damast verspreidt.
Boven alles, echter, munt, als de grootste zeldzaamheid, uit de Cutub-Minar, naar den Keizer genoemd, die dezen Toren stichtede. Het is eene kolom van gebakken steen, doch van buiten met marmer omkleed. Zij is regtstandig 238 voe-