Verlustiging der hindoos.
De volgende echte en omstandige beschrijving is uit een Engelsch werk getrokken. De schrijver, t.d. broughton, zegt:
Wij begaven ons in het jaar 1809 bij scindiah, om deel aan eene uitspanning te nemen, welke men Hauli noemt. Hij ontving ons in eene tent van 130 voeten lengte, die tot dit oogmerk opgeslagen was. Hij zat op eene soort van troon, en om hem heen stonden alle de genen, die, uit hoofde van hunnen rang, regt hadden op de eer, om deze verlustiging met hem te deelen. Aan zijne voeten sprong eene kunstige sontein, in welke men de hovelingen dompelen liet, die, door onbegrensde vleijerijen van de luimen huns meesters, zich voorregten weten te koopen. Vele Bayaderen vervulden het overige van het vertrek.
Men had ons te voren gezegd, dat wij in witte vesten en pantalons verschijnen moesten, en dat vóór het einde van het spel zich niemand verwijderen mogt. Nadat wij onze