Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1818
(1818)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 243]
| |
niet wel bepaald. Men kwam overeen, dat gelijktijdig én uit Cyrene én uit Carthago gezanten zouden vertrekken, en dat de plaats, waar zij elkander zoude ontmoeten, de grensscheiding zoude uitmaken. Het zij door toeval, of door onbekende omstandigheden, waren de Carthaginensers oneindig meer gevorderd op hunnen weg, dan die van Cyrene, die naauwelijks zich een weinig van hun grondgebied verwijderd hadden. Deze laatsten, vreezende dat zij door hun volk van nalatigheid zouden beschuldigd worden, hielden staande, dat die van Carthago te vroeg, en dus niet volgens afspraak, vertrokken waren. Eindelijk, na veel twist, stelden de Cyreniërs, als punt van overeenkomst, voor, dat men óf hun zoude toestaan naar welgevallen vooruit te gaan, óf dat de Carthaginensers zich op de plaats, waar zij zich toen bevonden, levend zouden laten begraven. De gezanten van Carthago verkozen het laatste, uit liefde voor hun vaderland, welks grenzen zij wenschten uit te breiden. De Carthaginensers rigtten, op de plaats hunner begraving, altaren, ter gedachtenis van hunne trouw, op, en in Carthago zelve, te hunner eere, gedenkzuilen. |
|