merzeel, als Uitgever, verzekerde ons bij voorraad van het laatste. Letter-, Teeken- en Graveerkunst wedijveren om den voorrang. - In bijzonderheden mogen wij niet treden. Anders zouden wij kunnen aanmerken, dat de prentjes naar van dijk enz., hoe keurig uitgevoerd, meer en min in de onvermijdelijke fout deelen, dat geene Prentkunst in staat is, het eigenaardige van eenen vermaarden Schilder, in koloriet, draperie en wat dies meer zij, te doen kennen, waarin toch dikwijls het bijzonder kenmerkende en voortreffelijke, boven onderwerp en voorstelling, gelegen is. En mogen wij, eindelijk, niet voorbij, met een enkel woord nog te gewagen van het kunstjuweeltje van den in de vaderlandsche Romance schier onovertrefbaren tollens, getiteld: dirk willemsz; waaromtrent ons echter dunkt, dat, in het gruwelbedrijf zelve, zoo als dat in den Martelaarsspiegel der Doopsgezinden staat vermeld, die van geen' vrijwilligen beul in den geredden zelven gewaagt, de daad van den onmenschelijken wachter even veel in duivelachtigheid verliest, als de Romance bij deze getrouwere voorstelling, als zoodanig, misschien zou missen, die nu echter tevens, bij de treffende schildering,
iets pijnigends achterlaat voor het gevoelige hart, dat voor eene herlezing bijkans doet huiveren. Ook zouden wij, in spijt der teekenpen van een' odevaere, hier verre den voorrang toekennen aan het prentje van Vader luiken, in straks gemelde werk bij deze gebeurtenis te vinden.
Van het Jaarboekje van westerman zeggen wij alleen, dat hetzelve, naar onzen dunk, in verscheidenheid van inhoud, netheid van uitvoering, en vooral in keurigheid van teekening en gravure, dat van het vorige jaar nog overtreft; ja, dat zelfs de Muzen-Almanak zich wel schrap mag zetten, om hetzelve, in laatstgemelde opzigt, te evenaren.
En nu nog No. 4. Hoezeer deze, te voren, zijnen rang, te midden der gewone Almanakken, zeer wel zou weten te handhaven, mag hij echter niet in vergelijking komen bij een' der in het hoofd dezes aangekondigde. Anders is de inhoud, voor dusdanig boeksken, niet kwalijk gekozen, welgeschikt, en der goede zeden geenszins hinderlijk. De beelden op de plaatjes zijn wat groot uitgevallen. Wij wenschen, dat de Kunst het offer, haar door de Vriendschap zoo welmeenend aangeboden, niet zal versmaden.