zijne ambtsbroeders (althans in onzen dienst) dikwijls ongewone, kundigheden toegerust, verdient even zeer in de handen der geneeskundigen als in die der krijgslieden te wezen. De raadgevingen, die hetzelve bevat, zijn uit de ondervinding geput, worden door eene bondige redenering aangedrongen, en in een' duidelijken stijl voorgedragen. Den kundigen geneesheer zullen zij wel weinig leeren, maar den min kundigen, daarentegen, tot een' veiligen leiddraad verstrekken. Het werk is in zeven afdeelingen verdeeld, loopende over den invloed der dampkringslucht, over dien van het voedsel, van de beweging en rust, zoo wel in 't algemeen, als bijzonder wat waken en slapen aangaat; van de kleeding, van de zeden en krijgstucht, van de zielsaandoeningen, en van de zindelijkheid. De grondstellingen wijken weinig van de thans vrij algemeen aangenomene af; alleenlijk houdt de schrijver zich een weinig streng aan de leer van brown. Het is er verre af, dat wij die leer geheel zouden wraken, of in haar de verdienste miskennen, van in de geneeskundige praktijk eenige weldadige verandering te hebben te weeg gebragt. Maar, indien de schrijver met de werken van hufeland, richter, hecker en anderen een weinig meer vertrouwd was, zoude hij gewis de onvolledigheid van brown's grondstellingen beter hebben ingezien, en niet b.v. beweerd, (bl. 14) dat de koude, door hare onmiddellijk verzwakkende kracht, het ligchaam gevoeliger maakt voor de warmte; dat eene vochtige warmte, om eene dergelijke reden, zoo nadeelig is (bl. 34); dat sthenische en ontstekingsziekte hetzelfde is (bl. 116); dat de slaap onmiddellijk verzwakt (bl. 133) en zoo op meer plaatsen; want het geheele werkje is in den geest van brown gesteld.
Aan eenige stellingen van den schrijver zouden wij ook, zonder verder bewijs, niet gaarne geloof hechten; b.v. dat, in onbewoonde en plantenrijke streken, de zuurstof in den dampkring tot 0, 29. klimt, bl. 10; dat er bij de uitademing waterstof in den dampkring