onder ons ontstaat, namelijk: 1. uit eene te groote en onevenredige bevolking op ééne plek gronds, 2. uit het verminderen en te niet gaan van fabrijken door gebrek aan debiet, duurte der grondstoffen, invoeren der machinerie, oprigting van fabrijken in Amerika, afscheiding van de belangen van fabrijken en handel, en moeijelijkheid voor den fabrikant, om beleeningen te doen, 3. uit verval en verplaatsing van handel en zeevaart, en verlies van goede trouw. (Hier wordt opgesomd, waardoor de handel voorheen toenam en bloeide, en waardoor hij thans vervallen is, hetgeen te regt inzonderheid mede wordt toegeschreven aan de steeds toenemende vermeerdering van lasten, en de te hooge uitgaande en inkomende regten, die den sluikhandel, die pest voor de zedelijkheid, welke den handel in handen van schurken brengt, doet geboren worden, en waartegen een vrije handel, of porto franco, en eene vermeerdering van het Patentregt (!) wordt aangeprezen.) 4. uit duurte van levensmiddelen, 5. uit het vernietigen of stilstaan der gilden, welke men, op een' verbeterden voet, herstellen wil, en 6. uit het jaarlijks vrijlaten van gevangenen, tot wier verbetering niets gedaan is, en die, zonder bestaan, in de zamenleving terugkomen. Men moest zedelijkheid en arbeidzaamheid (algemeene nijverheid) trachten te bevorderen; dan kon een verlevendigde handel, meer dan men van fabrijken verwachten kan, iets goeds uitwerken; doch het voornaam herstel moet van den Landbouw komen. En nu volgt het Ontworp.
Men neme, in aandeelen van f 300, in drie termijnen te betalen, een genoegzaam kapitaal op, dat in de drie eerste jaren geene, in het vierde twee, in het vijfde drie, in het zesde en vervolgens vier ten honderd rente geven zal, en waarvan, in het zevende jaar, en vervolgens jaarlijks, bij loting, een twintigste deel wordt afgelost, uit geprojecteerde inkomsten. Nu legt men, op gekochte bebouwde of onbebouwde gronden, eene Kolonie aan van vrije en onvrije Kolonisten, waarvoor het bestuur enz., gedeeltelijk op een' militairen voet, ontworpen wordt, en waaronder, door vlijt en braafheid, de onvrije vrij, en de vrije en eerst behoeftige allengs tot bezit en een onafhankelijk zelfbestaan komen kan. - De ondernemingen, ten nutte van den Waterstaat voorgedragen, zijn het droogmaken van het Haarlemmer Meer, het maken eener doorgraving van het smalst gedeelte van Hol-