Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1818

Verslag over het Amsterdamsch geöctroijeerd Kunst-cement, aan zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken, door de eerste Klasse van het Koninklijk-Nederlandsche Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten. Ingeleverd den 4den Julij 1816. Te Amsterdam, bij Pieper en Ipenbuur. In gr. 4to. 55 Bl. f 1-10-:

Dit Verslag, met de Bijlagen, daartoe behoorende, wordt voorafgegaan door het Koninklijk Besluit van 14 Dec. 1816, bij hetwelk het Amsterdamsch geöctroijeerd Kunst-cement den volledigsten triomf behaalt op het mededingend Dordsch Tras, reeds aan ieder bekend uit meer dan één nieuwspapier, en wordt gevolgd door het uittreksel uit het Verslag, op hoogen last almede in Staats- en Nederlandsche Courant, en ook in den Algemeenen Konst- en Letterbode, afgedrukt, en alzoo sinds een' geruimen tijd reeds in ieders handen. Deze uitgave geschiedt nu ook op bevel van Z.M. Wij moeten de lezing van het uitvoerig Verslag in deszelfs geheel een' iederen belanghebbenden aanprijzen, en weten waarlijk niet, wat men, zoo ten aanzien van

[p. 480]

den aard der proefnemingen, omzigtige naauwkeurigheid en volstrekte onpartijdigheid, als van den voor het geöctroijeerd Cement zoo gunstigen uitslag, meer zou kunnen eischen. Ten aanzien van eene proefneming in het groot, laten Bijlage A (zijnde Procesverbaal wegens opzettelijke inspectien en opneming der met dit Cement vervaardigde metselwerken van de vijf groote defensive Inundatiesluizen tusschen de Lek en den Biesbos) en B (zijnde soortgelijk van bijzondere waarnemingen bij het aanleggen en opmetselen der fonderingsvloeren van den diepen pompput tot de stoommachine voor het te stichten drooge dok aan het Nieuwe Diep) almede niets meer te wenschen overig. De aard van deze stukken gedoogt voor onze Letteroefeningen geen uitvoeriger berigt; men leze en oordeele!