Het derde Hoofdstuk begint met de beschrijving van de gevangenis te Chakodade, waarin de Officieren, van elkander afgezonderd - evenwel, des begeerende, elk met eenen, door henzelven daartoe verkozenen, matroos - opgesloten werden. Verblijf en kost zijn zeer slecht. Naauwkeurige beschrijving van het eerste verhoor bij den bevelhebber der stad. Nieuwsgierigheid der Japanners, zelfs naar de wijze, waarop in Rusland hoendersoep gekookt werd, waarvan het verkregen resultaat naauwkeurig ten papiere gebragt wordt, terwijl men zich hield alsof men de gevangenen deze spijs wilde toedienen, doch 't geen niet gebeurde. - Tweede verhoor bij den bevelhebber, waarin de listigheid der Japanners doorstraalt, om te ervaren, of het gedrag van chwostow op order of onder goedkeuring der Russische regering hadde plaats gehad, dan niet? Iedere vraag werd twee- of driemaal herhaald, en de tolk moest ze, met de antwoorden, telkens naauwkeurig opschrijven; ja dikwerf hield eene enkele vraag - die zij, als tot afwisseling, met onbeduidende vragen doormengden - de Japanners langer dan een uur bezig. - Derde verhoor. (Deze verhooren zijn enkel daarom belangrijk, dewijl het fijne, doorslepene en achterdochtige karakter der Japanners er zich zoo kennelijk in openbaart.) Zij schijnen minzamer jegens de gevangenen te worden. Eene noodlottige omstandigheid bevestigt het vermoeden, dat chwostow op last des Russischen Keizers had gehandeld. Naar de wederlegging der zake luisteren de Japanners met de grootste aandacht, zeiden op alles: ja! en: juist! maar glimlachten steeds, en geloofden er, naar het scheen, niets van. - Vierde verhoor voor den bevelhebber. Alles loopt zamen ten nadeele der gevangenen, die op het denkbeeld van ontvlugten komen, maar er geene kans toe zien. - Vijfde verhoor. Een trek van strenge eerbiediging van vreemd eigendom bij de Japanners, en vermelding van hunne bescheidenheid en minzaamheid bij hunne ondervragingen.
Den gevangenen wordt aangekondigd, dat zij zich tot het vertrek naar Matsmaï moesten gereed houden; welke reis ook aanvaard wordt, en op welke de gedachte aan de vlugt, als het eenigste redmiddel, herleeft. Aankomst te Matsmaï, en nieuwe inkerkering, nog akeliger dan die te Chakodade.
Het vierde Hoofdstuk begint met de beschrijving van de gevangenis te Matsmaï, en bevat voorts het verhaal van wijd-