26 September 1815, gesloten; dat roemvol, edel en Christelijk verdrag, onder den naam van het heilig Verbond daarna bekend, welks onschendbare bewaring, volvoering en handhaving gewaarborgd worden door de godvruchtige gezindheid van deszelfs verhevene Stichters, alexander, frederik en frans, en door den goeden Christelijken geest, welke de andere Vorsten, straks tot hetzelve toegetreden of daartoe uitgenoodigd, bezielt.
Van deze verbindtenis, als zijnde de schoonste proeve van der Vorsten zeldzame overeenstemming in hunne openlijke hulde aan het Christendom, voorspelt zich de Redenaar de heilrijkste gevolgen, voor de menschheid, den Godsdienst en elken ingezeten hoogst belangrijk. Zij zijn: bestendige voortduring van vrede, rust en eensgezindheid, die niet ligtelijk zal verbroken worden door Vorsten, die zichzelven als broeders, en alle staten en natiën als één groot huisgezin beschouwen, welks leiding en besturing naar Christelijke beginselen hunne plegtige verbindtenis en heilige verpligting is; - het geluk en het heil der volkeren, door vrije vaart, onderlinge betrekking tot elkander, en onbeperkte mededeeling der vruchten van vlijt, kennis, geleerdheid en deugd, verzekerd; door geene twisten meer geschokt; zelfs niet door weelde en wellust, menigwerf het treurig uitwerksel des voorspoeds, verstoord, als daartegen beveiligd door den Godsdienst, wiens geest en beginselen allen bezielen; - godsdienstige verdraagzaamheid, noodwendig voortvloeijende uit een verbond, het eerst ontworpen door drie Vorsten van verschillende geloofsbelijdenis, de Grieksche, Protestantsche en Roomsche; en aangenomen door andere Vorsten, die mede niet hetzelfde leerstelsel belijden, maar echter door éénen geest gedreven zijn; - volkomene vernietiging des afschuwelijken slavenhandels, over welker aanvankelijk genot, door de roemrijkste zegepraal, bij Afrika's kusten, mede door onze zeemagt, verktegen, de menschheid alreede juicht; - en einde-