toe het vervaardigd is, en te meer nog aan te prijzen, door de onderscheidene soort van drukletter; terwijl Leerling en Onderwijzer eene geschikte handleiding vinden tot onderzoek, omtrent het al of niet met vrucht lezen, in een aantal vragen, opzettelijk voor meer en min gevorderden gesteld. Wij voor ons, echter, zien intusschen in zoodanige schoolboekjes liefst, dat men zich aan het verhaal des Bijbels houdt; en al ware het ook, dat wij met den Schrijver overeenstemden, hindert het ons b.v. hier te lezen: Het scheen, alsof de slang Eva zeggen wilde, enz. - Adam en Eva werden er ziekelijk van. - Alle nakomelingen van Seth waren brave menschen. - Alle nakomelingen van Kain waren ondeugende menschen. - Enoch was een zeer godvruchtig mensch; daarom kwam hij ook bij God in den Hemel. - De gelofte van Jephta kostte zijne éénige dochter het leven, enz. Bij het eerste onderrigt houden wij ons liefst aan de letter van het Bijbelsch verhaal. De kinderen moeten eerst en vooral weten wat er geschreven staat. Vindt men daar noodzake toe, dat men eerst naderhand dan daaraan verklare en kunstele! - Het is altijd, dunkt ons, nadeelig, als zij het in hunnen Bijbel anders, dan in hun schoolboekje, zoo jong al, lezen; en wie kan hun den Bijbel uit de hand houden? Echter weten wij wel, dat deze aanmerking in het oog van den eenen Bijbelvriend meer gewigts heeft, dan in dat van eenen anderen.