(en wie weet, over welke Ouden al meer!) meê kan kenvelen, dat het een pleizier is om te hooren. Zijne waag en schaal zijn daarenboven de hechtste en massiefste, die men kan bedenken. Geen last zoo zwaar, of hij kan ze er meê wegen. Denk eens! daar heeft hij, op eenmaal! de gansche vracht van mijne Recensiën van Mr. w. bilderdijk's Nieuwe Uitspruitsels gewogen, en de schaal is niet bezweken! Hoor! Dien man moeten wij ten vriend houden: want hij kan ons onbegrijpelijk veel voordeel doen. En is het niet een bewijs van groote genegenheid, dat hij juist aan ons werk zijn pikkel gewaagd heeft? - Ondertusschen heeft de man al aanstonds vijanden. Men heeft mij hier willen vertellen, dat hij met heel andere inzigten, dan ik denk, ons goed voor zoo wigtig verklaard heeft: omdat hij, namelijk, zeer naauwe relatiën zou hebben tot den Heer bilderdijk, of zijnen Boekverkooper. Doch daar geloof ik niets van, en ik laat mij van mijne genegenheid tot hem, om den onverpligten dienst, dien hij ons bewezen heeft, zoo ligt niet aftrekken. Neen, waar ik kan, wil ik hem bevoordeelen. Doch ik zal daar waarschijnlijk niet vele gelegenheid toe hebben: want elk zal wis van zelf naar hem toeloopen, om zijne waar te laten wegen, nu hij aan ons goed getoond heeft, hoe best hij de waagkunst verstaat. Nu, dat mag ik van harte gaarne lijden: want dan gaat het den man wél, en ik behoef geen moeite te doen. En, wat hen betreft, die hem kwaad voorspellen, - die verzekeren, dat het hem onmogelijk lang wél kan gaan, omdat, schoon hij wel handen en voeten aan zijn lijf heeft en ijverig genoeg is, hij ongelukkig zoodanig aan kwade oogen laboreren zou, dat hij, vooral in zijn' donkeren winkel, onmogelijk wél zien kan, of zijn evenaar gelijk hangt, en welk en hoeveel wigt er op zijne schaal staat; zoodat hij ook
daardoor met zijn gewigt, hetwelk hij voor goed gekocht heeft, en hetwelk zeer slecht zijn zou, jammerlijk zou zijn bedrogen, en het dus maar louter toeval zou zijn, dat het met het wigt van ons goed zoo wél is uitgekomen: dat houde ik altemaal voor gekheid, voor wisjewasjes, ja voor leugens, voor achterklap en laster, enkel uitgedacht om den man te benadeelen. Zoodat ik maar vragen wilde, of de beleefdheid niet eischt, dat wij hem een briefje van dankzegging en van aanbeveling voor de toekomst schrijven. Ja, ik zou u haast voorstellen, (als het