Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1818

[p. 312]

Rekenboek voor Jongens, ontleend uit de Wetenschappen, Geschiedenissen en den Koophandel. Door H.L. Wessels, Schoolonderwijzer te Uithuizen. Iste Deel. Tweede Druk. 1817. In kl. 8vo. 112 Bl. IIde Deel. 1816. 176 Bl. Te Groningen, bij W. Zuidema. Te zamen f :-15-:
Kort Onderrigt in het nieuwe Maten- en Gewigten-stelsel, enz. Door J.P. Bourjé. Te Middelburg, bij S. van Benthem. 1817. In kl. 8vo. 93 Bl. f :-10:
Iets, over het Onderwijs in de nieuwe Munten, Maten en Gewigten. Door J. van Wijk, Roelandszoon. Te Gorinchem, bij J. van der Wal. 1816. In kl. 8vo. 19 Bl. f :-4-:
Korte Handleiding voor mingeoefenden in de Rekenkunst, enz. Door Louis de Koff, Lands Wijnroeijer. Te Utrecht, bij J.G. van Terveen. 1817. In kl. 8vo. 8 Bl. f :-3-:

Wij nemen deze stukjes te zamen, omdat dezelven, min of meer, hetzelfde onderwerp behandelen, namelijk onderwijs in het nieuwe munten-, maten- en gewigten-stelsel. Het was natuurlijk te verwachten, toen door eene wet bepaald werd, dat voortaan op alle scholen onderwijs in het tientallige stelsel zoude gegeven worden, dat ook in elk gewest, of bijkans in elke aanzienlijke stad, een kundig onderwijzer zoude optreden, om eene handleiding tot dit nieuwe stelsel te vervaardigen. Alle deze handleidingen, waarvan wij hier slechts een paar aankondigen, met elkander te vergelijken, grondig te beoordeelen, en het beste daaruit aan te wijzen, zal men, met billijkheid, van ons niet kunnen vergen. Elk schrijver regelt zijn werkje naar de behoefte of vatbaarheid van den kring, welken hij wil onderrigten; daar zal dan hetzelve misschien ook nut stichten, en buiten denzelven misschien nutteloos of onvoldoende bevonden worden. Voor den beschaafden en onderwezen man is dit nieuwe stelsel toch eenvoudig en ligt te begrijpen; voor den mingeoefenden en geringen burger, die aan den ouden slender gewoon is, zal hetzelve nog lang eenige moeijelijkheden bevatten; weshalve wij elke verstandige poging, om die moeijelijkheden te vereffenen,

[p. 313]

met dank aannemen en toegevend willen beoordeelen. Van de voor ons liggende werkjes is No. 1 een uitvoerig rekenboek in twee deelen, behelzende vele aangename en nuttige opstellen, meest allen dienende ter inleiding of verklaring van het tientallige stelsel. No. 2 is minder uitvoerig, maar beknopt en oordeelkundig zamengesteld; bevat alleenlijk een onderrigt in het nieuwe stelsel, waarvan het tevens, bij wijze van inleiding, den geschiedkundigen oorsprong, in eene korte schets, mededeelt. No. 3 is meer eene duidelijke aanwijzing over het onderwijs in de nieuwe munten, maten en gewigten, en houdt zich voornamelijk met de twee vragen bezig: wanneer moet men met dit onderwijs beginnen? en hoe moet men hetzelve inrigten? No. 4, daarentegen, is ingerigt, om gemakkelijk de waarde der koopmanschappen te vinden, welke naar de nog gebruikt wordende oude maten en gewigten zijn ingekocht, maar bij de verwacht wordende invoering der nieuwe maten en gewigten zullen moeten verkocht worden. - Wij wenschen, dat alle deze stukjes het bedoelde nut mogen stichten, en bevelen dezelven aan de oplettendheid onzer lezeren.