wijzen. 6) En besluit alles met een betoog van de onfeilbaarheid der R.K. kerk. - Wij kennen gaarne der R.K. afdeelinge der Christenheid het regt toe, om derzelver bijzondere meening over den Paus en het eenhoofdig kerkbestuur voor te dragen; en, alhoewel vast overtuigd, dat Jezus en de Apostelen te dezen aanzien de vrijheid der Christenen aan geene banden gelegd hebben, en alleen bevelen, dat alles eerlijk en met orde geschieden zal, zoo willen wij het voor en tegen gaarne toetsen, en het: Iliacos intra muros peccatur et extra, is ons wel voor den geest; ook voelen wij, dat men de gepretendeerde onfeilbaarheid der kerk ook nog wel eenigzins anders zou kunnen voordragen en wijzigen, dan deze R.K. Priester hier doet, en wel alzoo, dat deze leer voor den Protestant nog minder stootend, en voor de geloofs- en zedeleer minder gevaarlijk was; alles tot Goddelijk gezag der H. schrift terugleidende, en Paus en Conciliën geheel aan J.C. en zijn heilig woord bindende. Dan, zelfs bij de lezing van dit boekje, bleek het ons, helaas! dat die tijden nog niet zeer nabij zijn, waarin en het eenhoofdig en ieder ander bestuur in de Christelijke kerk, niet in schijn, maar wezenlijk en
in alles, zich eeniglijk rigten moeten naar den alleen onfeilbaren regel, en ieder, in gemoede en naar zijn geweten, zich houden wil aan het stellig woord van den Heer. Zoo de Heer scholten of eenig ander Protestant de pen mogt opvatten tegen dit werkje van bramer, hopen wij, dat alles kort, en met aanwijzing der echte bronnen voor iedere aangevoerde daadzaak, geschieden zal. Het voor en tegen sta nevens elkander, en het Christelijk gevoel voor waarheid en zedelijkheid beslisse!
Wij houden onze talrijke tegenbedenkingen hier gaarne terug, en zien verlangend te gemoet, dat de Heer Pastor bramer ons zijne jongens uit de kinderleer op den hals zendt, die ons (Letteroefenaars), gelijk hij belooft, overtuigen zullen, dat wij, in onze beoordeelingen van het geschrijf des Naaldwijkschen Notaris,