Dit is het motto; maar de beantwoording der moeijelijke vraag blijft wel onbeslist aan het einde. Het bedenken van dit vraagstuk is echter heilzaam, en juist die verschillende vormen, kleuren en gestalten veraangenamen het gezellige leven; men merke op, waardere de grondstof, het licht, de deugd, en dwinge zich maar in geene ons onnatuurlijke vreemde gestalten in. - De roman is goed geschreven, onderhoudend, gedurig leerzaam, en geeft ook den opvoeder, den oordeelkundigen namelijk, en die niet blindelings alles opvolgt, zeer nuttige wenken; gelijk het ook aan voor de zamenleving bruikbare wenken van menschenkennis niet ontbreekt. Bijzonder bevalt ons Evers, de gouverneur der jonge lieden, of liever de huisvriend en vertrouwde hunner ouderen. Maar als een hors d'oeuvre beschouwen wij hier de zijdelingsche teregtwijzing der gewone meening over het Pelagianismus, en deszelfs min of meer onbewimpelde verdediging; en vooral heeft ons de invoering van den zoo hoogst regtzinnig Gereformeerd geachten en bij uitstek onwetenden lompen predikant in eene der Overijsselsche steden, van der hak, mishaagd; en zulks in eenen tijd, waarin zoodanige van der hak's (indien er nog hier of daar een schuilen mogt) bij dat aanzienlijk kerkgenootschap aller uitvaagsel zijn, waarin voor zoodanig examen, als Evers ondergaan moest, geene vrees is, even weinig als daarvoor, dat men den Latijnschen schooljongen tot het prediken dwingt; gelijk ook zeker geen der Haarlemsche predikanten, ouden of nieuwen, het in 't hoofd zou krijgen, eenen gedropenen proponent, die het vroeger blikslagers ambacht wederom had opgevat, het eerlijk brood te betwisten, en ook wel geen blikslager aldaar eenen bekwamen knecht, (al ware hij dan ook zoo wat Pelagiaansch, en daarom van zijnen vader verstooten) op
domine's zeggen, dat hij de zonde tegen den heiligen Geest begaan had, zoo maar dadelijk zou wegzenden; terwijl wij ook meenen, dat wel geen verstandig en echt-Remonstrantsch heer het onmogelijk zal houden, in eene of andere aanzienlijke stad onzes vaderlands (waar enkel Gereformeerde predikanten zijn) de kerk te bezoeken. Maar de zaak daargelaten, alsmede het belagchelijke van het in 't wilde rondslaan met de bullepees, zonder op te merken, dat er niemand meer is, dien men treffen kan, en het onmenschkundige en onbroederlijke van de oude veede - (niet te vergoe-