eindelijk gevolg der ontdekking, dat zij met haren zoon gehuwd is. Dit blijkt uit de geschiedenis van den Heer delorges, door hemzelven verhaald, en die 116 bl., dus ruim een derde van het werk, beslaat. Om zijne echtgenoote op te beuren, vertrekt budoy met haar naar een landgoed van hem in Touraine; doch, de omwenteling invallende, verreist hij naar eenen ouden vriend, eenen Italiaanschen Ridder, thans in Spanje woonachtig. Daar, in Touraine, schrijft Mevrouw de budoy, blijkens den aanvang van het werk, de eerste helft harer geschiedenis op. In Sevilië leefde zij met haren man zeer gelukkig bij dien vriend; maar haar echtelijk genoegen wordt gestoord, doordien zij geene kinderen krijgt. Zij weet te bewerken, dat haar mans verlangen naar kinderen, door middel harer kamenier, voldaan wordt. Deze zoon, echter, sterft, twee jaren oud zijnde. Om haren man verstrooijing te verschaffen, stelt zij hem eene reis naar Engeland voor, die ook volbragt wordt. Zij keeren terng naar Spanje, en gaan vandaar, budoy's uitschrapping van de lijst der uitgewekenen in Frankrijk bewerkt zijnde, naar dit land op reis. Door struikroovers in de gebergten aangevallen, wordt hij naast de zijde zijner echtgenoote doodgeschoten. Uit eenen staat van bewusteloosheid bekomen zijnde, begint hare zinneloosheid. De naaktheid, waarin de roovers haar, naast het lijk van haren echtgenoot, gelaten hadden, komt haar natuurlijk voor, en alles is haar onverschillig. Het opperhoosd der roovers komt haar halen, en zij gaat gewillig mede. Dit opperhoosd, een door de omwenteling ten uiterste mishandeld Franschman, neemt haar, door hulp van zijn gezag, ter vrouwe. Hare zinneloosheid doet haar in haren nieuwen echtstaat zelfs eenig behagen vinden. De roovers
hebben hun opperhoofd alles ontnomen, en zijn voortgegaan; echter heeft hij nog genoeg over, om, toen adèle hem eene dochter schonk, zijn levensplan te veranderen, en naar Spanje te vertrekken. Bij 't schoonmaken van eene pistool schiet zij, ongelukkig, haren man dood. Zij verlaat, zinneloos, het hol, vergeet haar kind, en, 's anderen daags avonds terugkeerende, vindt zij het dood. Nu begeeft zij zich naar de ontoegankelijkste plaatsen. en gaat tot den staat van wildheid over. In dezen staat zet zij de beschrijving harer geschiedenis voort. Zij komt in een hol, waarin beeren huisvesten. Aan eene beerin bewijst zij hulp, en wordt