toegekend. Wij mogen dien zelfs vermeerderen. Hetzij dit aan de zaken, of aan den man zij toe te schrijven, die door bedaarde en gegronde aanmerkingen van eene mate van geestdrijvende ingenomenheid met zekere partij is teruggebragt, wij hebben veel minder aanstoot gevonden van die eenzijdigheid en driftige scherpheid, welke anderen, met ons, in het eerste deel op sommige plaatsen meenden op te merken. Deze is geene kleine winst voor de waardij des werks. Hartelijk verheugen wij ons in dezelve. Met genoegen lazen wij aanmerkingen op de verdeeling van Polen, op het gedrag der Engelschen en andere zaken, die van kampen's werk vertrouwen moeten bijzetten in het oog van elken onpartijdigen beschouwer der menschelijke zaken. Daarentegen wil hij zelfs buonaparte regt doen; en doet hem misschien meer dan regt, wat zijne oorspronkelijke inborst betreft. Grootelijks komt den schrijver deze gematigdheid te stade bij de uiteenzetting onzer eigene lotgevallen en staatkundige harrewarrerijen in het hier geschetste tijdperk. Of hij, overigens, de gezamenlijke bemoeijingen en onderlinge woelingen der zoogenaamde Patriotten reeds volkomen billijk beoordeelt - dit willen wij niet beslissen. De zaak is, inderdaad, ten uiterste moeijelijk: het vooroordeel tegen den naam alleen van heethoofd en drijver is, niet zonder grond, zeer groot: de losgelatene hartstogten warren de zaken in zulke omwentelingstijden op eene zeldzame wijze dooreen; en, alware het maar alleen de weinige ruimte, welke van kampen, als aan een ondergeschikt deel, aan onze staatstormen heeft kunnen toestaan, zoo is dit genoeg om het tafereel onvolkomen te laten. Wij hebben, gelijk van zelve spreekt, geene gelegenheid, hem, zelfs in het algemeen, van stap tot stap te volgen, ten einde ieder gestelde aan de waarheid te toetsen. Wanneer slechts blijkt, dat een historieschrijver opregt, ijverig in zijn onderzoek, gezond
en helder in zijne begrippen, en wél toegerust is met de noodige bouwstoffen en hulpmiddelen tot zijn verhaal, dan mo-