Tafereelen voor de Jeugd, of Geschenk tot Nut en Vermaak. Met 8 gekleurde Plaatjes. Te Zwolle, bij Clement, de Vri en van Stegeren. In 12mo. 144 Bl. f 1-2: (Zonder jaargetal.)
Klaas en juultje zeggen mooije versjes op, onder andere uit van alphen; en straks verteit juultje eene historie van eene infame schurkerij, die zij ook gelezen heeft, en waarin de bedrogene zich met een gezegde uit eenen Franschen schrijver troost. Van jantje wordt verteld: ‘Zuippartijen en bordeelen wierden nu zijn eenigst doel.’ En: ‘Crediteuren, zoo medoogloos als een Epicurisch zwijn, wilden, slechts om hem te plagen, zijn vervolgers, maners zijn.’ God wordt aangesproken: ‘o Gij, die speer bij speer kunt door uw magt regeren, Gij die met eenen wenk van Zuid- tot Noord-pool ziet.’ In het gelukkig huisgezin weten de kinderen niet, dat vader jarig is, voordat moeder 's avonds overvloediger opdischt. De wijsgeer op het land vertelt van cook gesner, marmontel, nieuwentijd young, poot, shakespeare, d'aubenton en klopstock. Jantje helpt klaasje abrikozen stelen; maar verraadt hem daarop: dit heet: valsche vriendschap! Klaasje vertrouwt nu niemand meer; en juultje's moeder houdt haar eene oud-wijze voorlezing over de vriendschap. Het ongelukkig huisgezin is een schril tooneel van ellende en wreedheid, gevolgd door eene redenering, goed om menschenhaat op te wekken. Koosje heeft zijne kermisduiten, een' gulden bedragende, aan eene arme vrouw gegeven, en krijgt met zijn zusje van vader drie guldens weder. - De plaatjes, die anders niet kwaad zijn, prijken met vrij ouderwetsche figuren, en één met een paartje in vrij teedere houding. Zoo
ziet dit boekje er uit. Wat ook, blijkens het voorberigt voor den tweeden druk, ‘Heeren Recensenten’ van den eersten loffelijks mogen gezegd hebben, deze Rec. zegt van den tweeden, om er niet meer van te zeggen, slechts dit, dat het een zeer onkinderlijk kinderboekje is.