Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1817

Blijft in uw land, en onderhoudt u eerlijk!

(Uittreksel eens Briefs van eenen man in Philadelphia aan zijnen vriend in Frankfort aan den Mein, van 28 October 1816.)

De aankomst van onze bloedverwanten, N.H. en zijne vrouw, was onverwacht voor ons. Hun broeder, welken zij hier in Philadelphia dachten te vinden, is niet meer hier. Ik heb nooit iets van hem gehoord. Ook hunnen oom, een welgezeten man zonder kinderen, dachten zij hier te vinden; maar die is reeds vóór vele jaren gestorven. Nu, daar zij niemand meer kenden, was ik wel de naaste, tot welken zij zich vervoegden. Zij hebben eene lange, moeijelijke reis gehad, en zijn bijkans van honger en dorst vergaan. Ook is de kapitein van het schip voor den regter gedaagd, om van zijn wreed gedrag jegens de scheepsmanschap verantwoording te doen. Ik zeg, wie in Duitschland zijn brood kan verdienen, vooral wie nog eenig vast goed heeft, die doet wel en beter, wanneer hij in zijn land blijft. Wie met zijn geld kan reizen, mag dit doen; maar dezulken, die hunne reis niet kunnen betalen, niet eens de noodige kleederen, bedden enz. hebben, zoo als dit met onze bloedverwanten het geval is, worden

[p. 582]

voor 2, 3 of 4 jaren als dienstboden, of zoo men wil als slaven, verkocht, en moeten dikwijls weken lang op het schip blijven, en wachten, tot dat iemand hen koopt. Ik heb mij over onze bloedverwanten ontsermd, zoo dat zij het schip vrij konden verlaten. Thans zijn zij in mijn huis, en wachten op de gelegenheid om iets te kunnen verdienen. Die man zal wel arbeid krijgen; maar ik zal hem toch wel moeten voorschieten, om hunne huishouding maar eenigzins weder te kunnen inrigten. - Nieuwelingen en andere bedriegers praten dezen lieden zoo veel van Amerika voor, dat zij moeten gelooven, hier een paradijs te vinden, en dat men hier vecht om de kunstenaars en handwerkslieden. Dit was wel het geval vóór 30, 20 jaren; maar ik verzeker u, hier en in andere steden is dit thans niet meer zoo, ja dikwijls is alles meer dan bezet, vooral in de tegenwoordige slechte tijden, daar reeds sedert jaren geene klinkende munt, maar slechts papierengeld in omloop is, daar alle Europesche volken weder zelven den zeehandel kunnen drijven. Ik herhaal het, geen huisgezin moest uit Duitschland naar Amerika trekken, ten zij hetzelve de geheele reis kan betalen, en nog iets over heeft, wanneer het den voet aan wal zet. - Zoo er nog meerdere van onze bloedverwanten naar Amerika willen gaan, dan zeg hun, dat zij zulks niet ondernemen, ten zij dat zij de geheele reiskosten kunnen betalen, en dan nog iets overhouden. Voor ongehuwde personen vinden zich nog eerder koopers; want elk volwassen persoon, welke zijne reis niet kan betalen, wordt voor 2, 3 of meerdere jaren verkocht, enz.