ling eene weldaad hadden bewezen, door dezelve van deze puerils colifichets en débris informes, waaruit het vorig Museum grootendeels bestond, (dus zegt het laatste Journal des Débats) weder te bevrijden.’
Het is bekend, dat de Franschen bij alles hunne bonne mine à mauvais jeu weten te maken! En toch is deze verzameling, zoo als zij thans is, behalve eenige stukken, welke door vorige Koningen gekocht zijn, b.v. de waarlijk zeer schoone diana van Fontainebleau, uit de tijden van frans den I, en andere, voornamelijk en grootendeels met vreemde vederen versierd. Zoo hebben ook de Romeinsche Kommissarissen den beroemden Riviergod, Tiber, en eenige andere kolossen laten staan, welke moeijelijk te verplaatsen waren.
Vooral echter is de beroemde verzameling der Oudheden van borghese hier gebleven, en verheerlijkt het Fransche Museum door den vechtenden Gladiator, den ouden Boschgod met den kleinen bacchus, den Hermaphrodiet, den marsias, de groote Borghesesche Vaas, eenen schoonen Torso. van den Olympischen jupiter, en vele andere meesterstukken. Voorts zijn nog eene kolossale Muse, de zoogenaamde pallas van Velletri, germanicus, jason en andere, de hoosdsieraden van het Museum. Men schat het geheele getal van stand- en borstbeelden alleen op tachtig stuks, behalve de basreliefs en ander beeldwerk. Het getal der geheele verzameling, wanneer zij eens voltallig zal zijn, wordt op 400 stukken geschat.
Toen ik de voormalige Zaal van apollo naderde, worstelde ik langen tijd met mijne vrees voor het omzien naar de nis, waar eertijds die Goddelijke stond. Zijne plaats is vervangen door de wezenlijk zeer schoone diana van Fontainebleau, welke men ook aan praxiteles toeschrijft, en eene treffende gelijkheid met haren goddelijken broeder heeft. Deze zaal wordt thans ook naar haar genoemd, zoo als de voormalige Zaal van laokoön naar den Centaur, welke door eenen jongen bacchus geboeid wordt. Tot vermeerdering dezer verzameling hebben alle Koninklijke paleizen en tuinen, waarin nog iets soortgelijks was te vinden, derzelver bezitting moeten afstaan. Binnen kort zal nog eene verzameling van beelden der oude Fransche Koningen, Helden en Geleerden uit het Musèe Français daarbij komen, welke, zoo als bekend is, uit de in het begin der omwenteling vernielde