jesteit den Keizer en Koning, 1807. Nog een ander gedenkteeken voor turenne, die verbeeld wordt stervende in de armen der overwinning in het gevecht van Turkheim in 1675, in basrelief. Het binnenste gedeelte van den koepel en het verhemelte is versierd met fraaije schilderijen in rijk vergulde lijsten. Dit hospitaal was oorspronkelijk gesticht door lodewijk den XIV.
Het Vondelinghuis is nu gesteld onder het opzigt van hetgene zij noemen la Maternité. Het gebouw bevat slechts een honderdtal bedden, of liever ijzeren wiegen, in één groot vertrek, behalve eene kamer voor zieke kinderen; deze wiegen zijn voorzien van witte kleeden, en het vertrek schijnt ruim genoeg voor het gemelde aantal kinderen onder de twee jaren; want na dien ouderdom zendt men hen naar andere huizen, die zij Hospices des Orphelins (Weeshuizen) noemen. De honderd wiegen in dit vertrek zijn niet altijd bezet, hoewel somwijlen het getal niet toereikt. Daar dit Instituut gezegd wordt van grootere uitgebreidheid te zijn dan eenig ander van die soort, moeten vreemdelingen, die het bezoeken, natuurlijk verbaasd staan over het geringe aantal van kinderen, die hier verzorgd worden; maar zij staan nog meer verbaasd, dat het aantal, dat bij minnen te platten lande besteed is, veertienduizend bedraagt. Ieder kind, dat hier gebragt wordt, heeft een nommer aan zijne muts vastgemaakt, dat bij allen geregeld op elkander volgt, en t'elken jare met No. 1 van voren af aan begint: het nommer op dezen dag (16 September) was iets hooger dan 3,600.
Van de Hospices des Orphelins, naar welke de vondelingen verzonden worden, wanneer zij twee jaren oud zijn, vindt gij er een in de Rue St. Antoine. Dit is een zeer goed gebouw, insluitende een groot vierkant plein, met boomen beplant, en eene ruime kapel. De vertrekken zijn luchtig en zindelijk, en het huisraad netjes onderhouden. De kinderen zien er zindelijk genoeg uit, doch niet zoo als wij het in Engeland gewoon zijn. Zij zien er tevens gezond uit, de algemeene ligchaamsgesteldheid van Fransche kinderen in aanmerking genomen zijnde. De meisjes naaijen het linnengoed voor haarzelve en voor de jongens, wanneer dezen op een beroep gezonden worden. De voedsters behooren tot eene geestelijke orde, en hebben een zeer eerwaardig voorkomen.
Verscheidene hospitalen dragen den naam van Hospices d'In-