Vleijende tegenspraak.
De Engelsche Generaal wolfe kwam er eens juist op in, dat een jong Officier van hem verhaalde, en telkens daarbij in zeer gemeenzamen toon zeide: Wolfe en ik deden dit en dat. - ‘Vermoedelijk,’ sprak wolfe, eensklaps ten voorschijn tredende, ‘wilt gij zeggen, Generaal wolfe.’ - Geenszins, hernam de Officier, zich aanstonds herstellende: hebt ge ooit van Generaal achilles, Generaal julius cesar gehoord?