Jan Bart.
‘Jan bart!’ sprak lodewijk de XIV tot den dapperen Zeeman, ‘ik heb u tot Scheepsbevelhebber benoemd.’ - Daar hebt gij wél aan gedaan, antwoordde deze. De Hovelingen borsten in een schaterend lagchen uit over deze plompe openhartigheid. ‘Gij hebt jan bart niet verstaan,’ hernam de Koning; ‘hij heeft geantwoord als een man, die zijne waarde gevoelt, en mij daarvan nieuwe bewijzen denkt te geven.’