schillende wijze door hen gedragen; ook loopen zij, voor het gemak denkelijk, veel bijna naakt, en het maakt voor een vreemdeling al eene rare vertooning, dit liverei dikwijls achter op rijtuigen te zien! Voorts ziet men hier alle kleederdragten der Indiën, waarvan sommige door hare deftigheid het ver afwinnen van onze Europesche. Onder dezelve munten de Bengalezen bijzonder uit: deze zijn ten uiterste welgemaakt, en kleeden zich met zoo veel smaak, dat ik u kan verzekeren, dat, hoe zwart zij zijn, zij bij de Europesche Dames menigeen' afbreuk zouden doen; doch hier is alles, wat van de kleur is, veracht; een geringe blanke wordt door een voornaam inlander nog met respect bejegend. De naam van liplap, welke iemand beduidt, die tusschen blank en zwart in is, is
daarom geen eernaam. Indien de toilettafeltjes van sommige Dames alhier konden spreken, welke kunstjes zouden er dan niet ontdekt worden, die thans met den sluijer des geheims bedekt zijn! Zoo veel weet ik toch, dat de schijnbare blankheid, waarmede zij des avonds pronken, veel verschuldigd is aan eene soort van witte poeder.
Voorleden week was ik op eene soort van inlandsche bruilost verzocht, waar wij ons nog al geamuseerd hebben. Alles was er zeer prachtig. De danszaal was eene expres daartoe van bamboes vervaardigde tent, en de bruid bevondt zich in een apart vertrek, zittende als eene Koningin op een' troon, drie trappen hoog; zijnde de speelnootjes aan hare zijde op de trappen gezeten, en verder het vrouwelijke gedeelte van des bruidegoms familie aan de regter, van de bruid aan de linker zijde, in een' halven cirkel. De bruid met hare adjudantjes zagen er wel uit, en waren overvloedig versierd met edelgesteenten. Wij werden voor haar gebragt, en zij ontving onze gelukwenschingen met veel bevalligheid; naderhand heeft zij ook mede gedanst.
Vergun mij, lieve Zuster, hier af te breken, en geloof mij enz.