(Het leven is een punt.) En de Dame antwoordde met eene spreuk, die slechts een paar duizend jaar oud behoefde te zijn, om in alle Chrestomathien te worden opgenomen; zij zeide: ‘Si la vie est un point, Monsieur l'Abbé, faites le bien pour l'étendre!’ (Indien het leven een punt zij, Heer Abt, doe dan uw best om het te verlengen!)
De Abt reisde den 10den Maart 1776 van Petersburg naar Tobolsk af. Men verzekerde hem, dat de dooi vroeger zou invallen, dan hij Tobolsk bereikte, en dat het onmogelijk ware, verder voort te reizen. De Abt hoorde niets. Hij vertrok, den thermometer in de hand, en schrikte bij elke verandering van het weerglas. Al zijne begeleiders waren het moede, dag en nacht te reizen, in diepten te storten, de wervelwinden, die gansche wolken van sneeuw over hen uitstortten, te trotseren. Zij vorderden rust; de Abt sloeg het af. - De Abt was ingesluimerd; men spant zijne slede uit; men verlaat hem; hij ontwaakt, en vindt zich alleen, te midden van eene onmetelijke sneeuwwoestijn. Hij roept, hij schreeuwt; vergeefs. Hij raast, hij is in vertwijfeling, en alleen. Hij vliegt nu hier, dan ginds, en vindt eindelijk een spoor; hij haalt zijne pistolen, en zinkt tot aan den hals in eene sneeuwgroeve. Hij klautert er uit, en blijft van vermoeidheid een uur lang aan den rand der groeve liggen, wanhoopt aan zijn leven, en wenscht om den dood. Hij herstelt zich, en zijn moed herleeft met zijne krachten. Hij staat op, blikt om zich henen, ziet in de verte een schemerlicht, gaat daar op af, omzigtig, en met gevaar van bij elke schrede door de sneeuw verzwolgen te worden. Hij komt aan eene hut, vindt zijne lieden in diepen slaap; hij wekt hen, en dwingt ze, hem te vergezellen. Men spant in, en hervat den togt. Eindelijk nadert hij Tobolsk. Nog drie stroomen moet hij overtrekken. Alles verkondigt dooiweder. De oppervlakte der sneeuw smelt, - overal water; de boeren houden het voor onmogelijk, over den vloed te komen; de postiljons weigeren, over het dunne ijs te gaan, waarmede de vloed bedekt is. Bedreigingen, beden, geld, alles vergeefs. Hij bedwelmt hen met brandewijn, en trekt gelukkig de beide eerste stroomen over. Nieuwe zwarigheden. De postmeester wil geene paarden geven. De Abt springt uit de slede, vliegt in het
posthuis, met den thermometer in de hand. Deze rijst in de warme kagchelkamer. De onkundige bewoners van dit huis be-