Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1817
(1817)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDe Driburger mineraalbronnen.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 210]
| |||||||||||||||||||||||||
vaar kan reizen. Thans is men drok bezig met eene gemakkelijke chaussée of straatweg te leggen, die over het steedje Brakel naar Sassen loopt, en ongetwijfeld zeer veel zal toebrengen, om den toegang tot dit bad gemakkelijk te maken. De bron van Driburg ligt in eene vrij uitgestrekte vallei tusschen hooge bergen, die of met koorn bebouwd, of met bosschen beplant zijn. Zij was reeds vóór eeuwen bekend, en werd ook tot een geneeskundig gebruik door de inwoners gebezigd. Intusschen lag zij in eenen moerassigen grond, was niet behoorlijk ingevat, van alle aanstalten en inrigtingen voor baden onvoorzien, en daarom voor vreemdelingen onbruikbaar. Men verwaarloosde dezelve, doordien het bestuur in handen was van de geestelijkheid van Paderborn, tot dat evenwel een meer verlichte Bisschop, frederik van furstenberg, in 1668 dezelve in hout liet vatten, en daardoor meer bruikbaar maakte. Het duurde tot het jaar 1743, eer de bron gereinigd, en tot 1751, eer die met een koepel en badhuis voorzien werd, en er eenige wandelwegen bij werden aangelegd. Het water werd reeds toen buitenslands verzonden. Weldra, echter, deed de zevenjarige oorlog deze bron weder in verval komen. In 1777 liet de Bisschop wilhelm antoon, eene nieuwe bron in de nabijheid der drinkbron ontdekkende, en daarbij een' sterken damp van koolzure lucht bespeurende, dezelve ook invatten, en daarboven een huis met vier kamers en baden oprigten. Weinig nam echter deze bron op, voordat dezelve in handen kwam van den tegenwoordigen bezitter, den Vrijheer van siersdorff, in 1779. Deze voortreffelijke en doorkundige man begon in 1782 een groot badhuis te bouwen, den moerassigen grond op te hoogen, en overal wandelingen aan te leggen, waardoor allengs het getal der brongasten vermeerderde; waarbij nu eene groote galerij, eene ruime eetzaal, eene nieuwe herberg, en naderhand, in 1793, het nieuwe badhuis, de Apotheek | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 211]
| |||||||||||||||||||||||||
en meer andere huizen, om een aantal menschen goed en gemakkelijk te verzorgen, werden aangebouwd. Thans is de inrigting van het Driburger bad uitstekend goed, zoodat allerhande soort van menschen voor eenen matigen prijs geherbergd en gevoed kunnen worden. In de beide badhuizen, in de herberg, in de Apotheek, en in het stadje Driburg, vindt men overal goede en welgemeubelde kamers, bediening enz. Middag en avond wordt er in de groote eetzaal eene welvoorziene tafel gehouden, 's middaags voor 16 goede grosschen (24 st. Holl.) en 's avonds voor 8 gr. In de andere herbergen eet men voor minder geld. Aan de tafel plaatst men zich naar mate van de aankomst, en men heeft daar eene aangename en ongedwongene verkeering. Bij slecht weder verzamelt zich meestal weder het gezelschap om thee te drinken. Bij goed weder vindt men in den omtrek de schoonste wandelingen. Men gaat gewoonlijk 's morgens ten 6 ure naar de drinkbron, daar het water door den bronmeester in glazen uit de bron geschept en den brongasten gegeven wordt. In den loop van den morgen worden de baden gebruikt. De baden zijn in het onderste gedeelte der beide badhuizen. De kamers zijn zeer ruim en hoog, zindelijk gemeubeld, en meestal van schoorsteenen voorzien. De baden zelve zijn in den grond gezonkene houten kuipen, waarin men met een' trap nederdaalt. Het minerale water wordt uit de bron gepompt in een' grooten ketel, waarin het gewarmd wordt, waar naast eene kuip met koud mineraal water geplaatst is; twee koperen buizen loopen langs elk bad, welke met kranen voorzien zijn, zoodat men warm of koud water kan inlaten. De badmeester maakt, met den thermometer in de hand, de baden naar ieders behoefte gereed; en, zoodra men het bad verlaat, opent men eene klep, wanneer het water wegloopt. In elke badkamer brengt men eene vuurmand en droogdoeken. In twee kamers zijn douches, die door drukmachines | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 212]
| |||||||||||||||||||||||||
het naar boven geperste water door eene lederen buis en koperen pijp aanbrengen. De Heer Hofraad ficker heeft onlangs eene dampmachine uitgevonden, waardoor de damp van kokend water, door eene bus, met kruiden gevuld, doorgaande, naar welgevallen aan eik deel kan worden aangebragt. In de kamers heeft men badmeesters en badvrouwen, die de zieken ten dienste staan. Men heeft hier niet alleen voor rijke en vermogende, maar ook voor arme en behoeftige zieken gezorgd. In het nieuwe badhuis heeft men drie kamers, met baden even als de voorgaande, voor armen ingerigt. In de herberg heeft men twee kamers, elk met vijf bedden voorzien, ter verzorging der armen bestemd. Verscheidene zeer beroemde geneesheeren hebben als bronartsen te Driburg gediend; eerst de beroemde geneesheer brandis, daarna Prof. rose van Brunswijk, die na deszelfs vroegen dood door den Hofraad jordan is opgevolgd. In 1809 werd de tegenwoordige bronarts, de Heer Hofraad en Prof. ficker, van Paderborn derwaarts beroepen; een man, niet alleen door verscheidene geleerde schriften beroemd, maar door zijne praktische ervaring, door zijn juist oordeel, hartelijke menschlievendheid en innemende vriendelijkheid bij elk bemind en geacht. Openlijk moet ik hem hier voor alle blijken van gulle vriendschap en oplettendheid, die ik dagelijks van hem ontvangen heb, dankzeggen. - Deze geneesheer bevindt zich gedurende den geheelen zomer bij het bad te Driburg. Het Driburger bad is in een oord van Duitschland gelegen, waarin de rijkste bronnen van allerhande soort gevonden worden. Weinige uren zijn daarvan verwijderd de baden van Meinberg, Pyrmont, Nendorf en Eilzen, waarvan men eene breedvoerige beschrijving in het werk van hufeland over de bronnen van Duitschland vindt. Na deze algemeene aanmerkingen, zal ik meer bijzonder iets van den aard, de bestanddeelen, en het ge- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 213]
| |||||||||||||||||||||||||
neeskundig gebruik van het Driburger water moeten zeggen. Men heeft hier drie bronnen bij elkander, die tot geneeskundig gebruik gebezigd worden: de drukbron, en de twee bronnen, die voor het baden dienen. De drinkbron, die, zoo als wij gezien hebben, met een koepel gedekt is, heeft eene diepte van veertien voeten en is tot den rand toe vol, kookt bestendig, en werpt luchtblazen van koolzure lucht op. Het water heeft altijd denzelfden trap van warmte, van 40 graden van Fahrenheit, of 7 5/9 van Reaumur. Het is volmaakt helder, en heeft een' sterken zuurachtigen staalsmaak. De bron geeft in een uur 6300 ponden water op, en er stroomt 250 7/16 kubiekvoeten lucht uit. Men bemerkt deze lucht niet, omdat de koepel aan alle zijden open is. Men kan dezelve duidelijker bemerken aan de nabij liggende bron in het nieuwe badhuis, daar, de lucht meer besloten zijnde, de uitvloeijing zoo sterk is, dat men aan den buik en de beenen eene prikkelende hitte gewaar wordt, en men ligt zoude stikken, wanneer men lang deze lucht inademde, zoo als dit met twee menschen vóór eenige jaren gebeurd is. Het Driburger water is door verscheidene scheikundigen onderzocht. Volgens westrumb, bevat een pond water van 16 oncen de volgende bestanddeelen:
Gmelin vond, dat 46 pond Driburger water een | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 214]
| |||||||||||||||||||||||||
overblijfsel van 3 oncen en 60 greinen naliet, en dat dit bevattede 218 gr. ijzerkalk, ½ once en 12 gr. bitterzout, ½ once en 120 gr. glauberzout, 1 once en 10 gr. seleniet, 34 gr. kalkaarde. Dezelfde hoeveelheid Pyrmonts - water bevatte 2 oncen en 15 gr. overblijfsel, 110 gr. ijzerkalk, ½ once en 46 gr. bitterzout, 36 gr. glauberzout, 145 gr. kalkaarde, ½ once en 60 gr. seleniet. Uit deze vergelijking blijkt het, dat het Driburger water ten naastenbij dezelfde bestanddeelen bezit als het Pyrmonts - water, behalve dat het meer ijzer bevat, en met veel meer oplossende zouten, vooral glauberzout, vereenigd is. Er is echter een aanmerkelijk onderscheid tusschen deze beide waters, daar het Driburger water niet alleen veel meer vaste lucht bevat dan het Pyrmonts-water, maar dat het daarmede veel vaster verbonden is. Men heeft opgemerkt, dat een glas Driburger water minder bruist, dan een glas Pyrmonts- of Spa - water. De Heer beroldingen nam een glas met Driburger-, een met Pyrmonts- en een met Selter - water, en stelde deze drie glazen aan de hitte der zon bloot. Onmiddellijk kwamen er eene menigte luchtbellen uit het Pyrmonts - water; minder uit de beide andere glazen. In een uur tijds hield dit in het Pyrmonts- en Selter-water geheel op; maar in het Driburger water duurde dit zes uren. Na tien uren werd het Pyrmonts - water troebel, en liet alle ijzerdeelen vallen; maar het Driburger water bleef over de vier - entwintig uren helder, en bruiste nog na dien tijd met suiker op. Na vier jaren was het Driburger water nog volkomen goed. Hieruit blijkt duidelijk, dat het Driburger water meer geschikt is voor de verzending, dan eenig ander mineraal water, vooral daar ook de ondervinding leert, dat het, gedurende een jaar in flesschen bewaard zijnde, even goed en versch blijft, alsof het zoo even uit de bron geschept is; terwijl het, volgens de proeven van Prof. ficker, alleen door langdurig koken van deszelfs vaste lucht kan bevrijd worden. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 215]
| |||||||||||||||||||||||||
Behalve de gemelde staalbronnen, die tot drinken en baden gemeenlijk gebruikt worden, bezit Driburg nog andere bronnen, die tot nog toe niet genoegzaam tot gebruik zijn ingerigt, maar die op den duur van veel belang kunnen worden, daar de onvermoeide en weldadige Heer van siersdorff ongetwijfeld dezelve eerlang behoorlijk zal laten inrigten. Een half uur van Driburg heeft men achter den Steinberg in het Herster-dal eene zwavelbron ontdekt, welke ook door den Heer van siersdorff is aangekocht, en in het jaar 1813 is in orde gebragt. Ik heb deze bron zelf niet gezien, daar de weg derwaarts door den regen onbruikbaar was. Het water, hetwelk ik vandaar in eene flesch liet halen, was zeer helder, had een' sterken smaak van zwavellever, en komt, volgens de proeven van den Heer ficker, veel met het Eilzener zwavelwater overeen, bevattende hetzelve koolzure kalkaarde, bitteraarde, en zoutzure aarden. - Niet verre van deze bron is eene tweede, die van de eerste zeer veel verschilt. Zij bevat veel meer koolzuur, is zeer helder, en het water bevat aan de bron zelve eenige ijzerdeelen, die het, vervoerd wordende, even als het Selter - water, laat vallen, voorts vrij natrum en alkalische aarden en middelzouten. Men heeft deze bron nog niet behoorlijk ingevat, en nog weinig gebruikt; zij schijnt echter veel met het Selter - en Geilnauer - water overeen te komen, en nuttig te zijn, zoo wel tot voorbereiding voor het staalwater, als in die gevallen, waarin dit sterker water niet verdragen wordt. Uit hetgeen wij dusverre van de bestanddeelen van het Driburger water gezegd hebben, zal men gemakkelijk kunnen besluiten, dat hetzelve een der krachtigste wateren van Duitschland is, en dat men aan hetzelve alle die krachten kan toeschrijven, welke aan het Pyrmonter en andere sterkere staalwaters toegeschreven worden. - De plaats gedoogt niet, dat ik hier in het breede vermelde, hetgeen ik van de uitwerking daarvan in verschillende ziekten zoude kunnen zeggen. Met een | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 216]
| |||||||||||||||||||||||||
woord zal ik alleen opgeven, wat deze bron boven andere eigendommelijks heeft. Het Driburger mineraalwater verschilt daarin van het Pyrmonter-, Spa- en andere staalwaters, dat het niet alleen eene groote hoeveelheid oplossende zouten bevat, maar dat het koolzuur, waarin het ijzer en de andere bestanddeelen zijn opgelost, daarmede zoo vast verbonden is, dat de koolzure lucht deze deelen niet onmiddellijk verlaat, en, onder den vorm van vaste lucht, de maag opzet, en die prikkelende werking op de zenuwen en spiervezelen uitoefent, welke deze waters somtijds zeer nadeelige uitwerkingen op het ligchaam doet hebben. Men heeft dikwijls opgemerkt, dat menschen, die een zeer aandoenlijk zenuwgestel en prikkelbare vaten, en daardoor eene neiging tot congestie naar het hoofd en naar de borst hebben, dikwijls het staalwater niet kunnen verdragen. De Heer ficker, die dit water ook niet aanprijst in alle gevallen van verhoogde levenskracht, in haemorrhagien, neiging tot beroerte enz., heeft echter gezien, dat het deze nadeelige uitwerkingen niet had, en door deze soort van menschen zonder schade gebezigd werd. Intusschen is het, zoo wel inwendig als in baden gebruikt, bijzonder aangewezen in alle ziekten, welke uit zwakheid voortkomen; en, daar in dit geval zeer dikwijls eene ophooping van slijm, eene dikte van het bloed, een trage omloop van hetzelve in de vaten, vooral des onderbuiks, en verstopping der ingewanden plaats heeft, is dit oplossend en versterkend water hierin bijzonder van dienst. In eene behoorlijke mate (tot een pint 's morgens nuchteren) en langzamerhand, met eene goede beweging in de open lucht, gedronken, lost het de slijm in de ingewanden des onderbuiks en der longen op, bevordert de opwerping en ontlasting daarvan, zoo wel als den stoelgang, zonder te verzwakken. In kleine giften van een half pint of nog minder, versterkt het de slijmafzonderende werktuigen, en neemt daardoor vele tegen- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 217]
| |||||||||||||||||||||||||
natuurlijke afscheidingen weg, die dikwijls het ligchaam aantasten, en alle spankracht en werkzaamheid wegnemen. Het ijzer, hetwelk in zulk eene groote hoeveelheid in het Driburger water is opgelost, is het krachtigste opwekkend middel voor de werktuigen der spijsvertering en voor het zenuwgestel. Herhaalde ondervinding heeft geleerd, dat langdurige ziekten, die door de krachtigste pharmaceutische geneesmiddelen niet bedwongen konden worden, door het aanhoudend gebruik van het Driburger mineraalwater grondig hersteld zijn. Over het algemeen is hetzelve geschikt bij die menschen, die een bleek en aan ijzerdeelen gebrekkig bloed hebben, die door bloedstortingen en slijmvloeden, door schadelijke gemoedsbewegingen, die door kwikmiddelen of andere sterk aantastende geneesmiddelen verzwakt zijn, wier omloop van bloed in de vaten des onderbuiks door een zittend leven en het misbruik van warme waterdranken vertraagd is, die door den invloed van heete luchtstreken, door te veel aangezette spijzen verzwakt zijn. Volgens de ondervinding der achtingwaardigste geneesheeren, wordt dit water met het beste gevolg aangewend in de scheurbuik, in bleekzucht, in verstopping en verslijming der onderbuiksingewanden, in zwakke spijsvertering, gebrek aan eetlust en maagkramp, in chronische braking, wormen, hypochondrie, in hysterische toevallen, in het asthma, in het eerste tijdperk der slijmtering, aanbeijen, in onregelmatigheid der menses, slijmgraveel, in vele gevallen van onvruchtbaarheid, witten vloed, langdurige diarrhéën, polluties, scrofels, rheumatische en jicht-toevallen, zenuwhoofdpijn en andere krampachtige toevallen, die uit zwakheid voortkomenGa naar voetnoot(*). Wanneer men geene gelegenheid heeft dit water aan de bron zelve te gebruiken, kan men hetzelve altijd be- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 218]
| |||||||||||||||||||||||||
komen, wanneer men zich met vrachtvrije brieven aan de bron-administratie te Driburg aanmeldt. Omtrent dit mineraalwater kan men de volgende schriften breeder nazien:
|
|