ligmakende Kerk) verleenen wil; weshalve zij ook zoo voorzigtig moeten zijn, hunne twijselingen niet mede te deelen aan menschen, die de leer der Katholijke Kerk niet kennen, of, uit vooroordeel, miskennen, (als alleen zaligmakend.) Overigens moeten zij overwegen, (inderdaad overwegen? onderzoeken? nadenken?) 1) dat de Zaligmaker eene Kerk heeft willen stichten, ten allen tijde en overal zigtbaar, (?) en volmaakt overeenstemmende in het geloof; (in zoodanig geloof vooral, als Hij nimmer heeft bevolen?) 2) dat dit doel door zijnen beloofden bijstand volkomen bereikt moest worden; (en eeniglijk bereikt wordt door af te wijken van het eenvoudige, en door het verzinnen van pronk en bijvoegsels?) 3) dat de Apostelen overal gepredikt, en wel hetzelfde gepredikt hebben, 4) dat die leer, welke in alle landen dezelfde is, alleen die der Apostelen wezen kan; (al bevatte zij ook, van hetgeen de Apostelen leerden, geen enkel woord?) 5) dat de ware Kerk altijd moet bestaan hebben en nooit onzigtbaar geweest zijn; en nu moet men dan, 6) vergelijken de Katholijke Kerk, door God zelv' op eene rots gevestigd, in haren majestueuzen luister, en de bouwvallen bij de Protestanten, en denken aan het eensoortige van de tarwe en het veelsoortige van het onkruid; en eindelijk, 7) vooral niet vergeten, dat Jezus zelfverloochening en het
opnemen van het kruis tot het kenmerk van zijne leerlingen stelde; terwijl men bij het minste nadenken gevoelen zal, dat het opnemen van het kruis, het kruisigen van het vleesch, en tuchtigen des ligchaams, meer beteekent, dan het nalaten ter (der) zonde. Een betoog, dat noch het 5de gebod, noch menschenvrees den twijfelmoedigen mag terughouden om Roomsch te worden, besluit deze Raadgeving; hetwelk wij den Schrijver gaarne schenken, daar buiten twijfel het geweten zoodanig eene daad eeniglijk rigten moet.
De zieltjes, die door deze Raadgeving gewonnen worden voor de alleen zaligmakende Kerk, zullen er ook zieltjes naar wezen; en de zoodanigen, die in eigen-