‘Dat ook deze Kerk Catholijk is, behoeft geen betoog; vermits zij overal in alle landen wordt beleden.
En dat zij is Apostelijk; wordt niet minder bewezen, eerstelijk: uit de eenstemmigheid van hare leer en bediening met die der Apostelen, gelijk hier voor reeds is getoond. En ten anderen uit de geregelde opvolging. Zoo weten wij dat, na de kruisiging van Petrus, reeds in den jare 73 der Christelijke tijdrekening, Linus als oppervoogd is aangesteld. Dat dezen in de jare 84 werd opgevolgd door Cletus; dezen wederom door Clemens; die door Anacletus enz. enz. enz. Den Heer President, die op bl. 37, de opvolging der Pausen van Joannes VIII tot Leo IX op bijnaar vijftig steld; en zal dan ook wel met het bestaan der vorige Pausen bekend zijn. Evenwel heeft hier bij dezen Schrijver eene vergissing plaats van twee jaren; het was niet in 872 maar 874, dat Joannes tot Paus verkozen is, en het getal tusschen deze en Leo IX bepaalde zich tot achtenveertig.
De menigte van algemeene Kerkvergaderingen en Conncilien, van de eerste tijden des Christendoms af, bewijzen allen voor de bestendige bevordering der eenheid, - en de macht welke door Jezus zelf aan zijne Kerk is gegeven, waarborgd ons de zekere onfeilbaarheid derzelve. Immers heeft Jezus tot zijne Apostelen gezegd: “Die u ontvangt, ontvangt mij,” enz. Matt. X:40. “Voorwaar, voorwaar ik zeg u: zoo wie ontfangt den geenen die ik zenden zal, die ontfangt mij.” Jo. XIII:20. En dat wij verpligt zijn de Kerk te gehoorzamen, leerd ons Paulus, Hebr. XIII:17. “Weest uwen leidsmannen gehoorzaam” enz. Zie almede Hand. XV:41. Maar boven dien heeft Jezus nog beloofd: “Ik ben met ulieden alle de dagen, tot de voleinding der wereld.”
Op eene vrij onverdraagzame wijze, om geen erger woord te gebruiken, laat zich den President op bladz. 37 uit, omtrent alle de Pausen, welken van Joannes VIII tot Leo IX bestaan hebben. Maar moet men zich evenwel niet verwonderen, dat iemand, welke van de